Het Hernhutsche nachtegaaltje in eene vrolyke luim(1757)–Anoniem Hernhutsche nachtegaaltje in eene vrolyke luim, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 183] [p. 183] Vruchteloze arbeid. Toon: Beminnelyke oorzaak van myn smart. 1. Roemwaardig voorwerp, ach! wanneer Mach myne ziel op weêrmin hopen? Bekoorlyk Roosje, 'k min u teêr; Maar kan geenszints uw hart tot wederliefde nopen; Ik zucht steeds by nacht en by dach, Ik zucht steeds by nacht en by dach, Omdat ge, ô Schone! stopt uw ooren Voor al myn geklach En my in 't mindst niet wilt horen, Niet wilt horen. 2. Versteende maagd, laat ik uw hart Door zoet gevry beöorelogen, Opdat myn moed, zoo lang gesard, In 't eind eens mach naar wensch de zegepraal beöogen, Dan zal ik, met myn Triumph, Dan zal ik, met myn Triumph, [pagina 184] [p. 184] In Ciprus veld, gelyk een Mavors pralen, En daar myn vorstin Het liefde offer mild betalen, Mild betalen. 3. Rampzalig minnaar, ach! zy vlucht En lacht met all' uw bitter lyden; Klaag vry de zee, 't vuur, de aarde en lugt, Dat gy een krygsknecht zyt, die niets verwint door 't stryden; Opdat gy niet zonder vrucht, Opdat gy niet zonder vrucht Die fiere weder moogt bestormen; Maar haar stene hart, In buigsaam wasch moogt hervormen, Moogt hervormen. Vorige Volgende