Het Hernhutsche nachtegaaltje in eene vrolyke luim(1757)–Anoniem Hernhutsche nachtegaaltje in eene vrolyke luim, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Liefde ontrust En geeft lust. Toon: Ihr Schöne höret an. 1. Nu 'k eenzaam in deez' tyd, De Liefde drift verächten, En haar uit myn gedachten Verbannen wil om stryd, Werd my die wil benyd; Ik word door iets gedreven, 't Geen ik geen naam kan geven; Iets, dat myn zinnen kweld, En my de ziel ontsteld; Des wil ik, zonder toeven, My zelven eens beproeven; Opdat ik weeg' en wik Waar ik my 't best naar schik. [pagina 85] [p. 85] 2. De liefde brouwt veel kwaad, En doet door ongenuchten Den Minnaar dikwyls zuchten, Als hem het voorwerp haat, Daar hy zyn oog op slaat: Zy doet hem droevig klagen, By nachten en by dagen: Zy schept vermaak en lust, Hoe meer zy hem ontrust; Zoo dat hy vaak zyn klachten, Niet eerder ziet verzachten, Voor hem de wrede dood Rukt in des aardryks schoot. 3. Maar weêr aan de andre kant, Kan Liefde ons ook vermaken, Als zy het hart doet blaken, En buigt het zoet verstand Van haar, om wie men brand. De Minnaar krygt weêr leven, Wanneer hem werd gegeven Het aangename beeld, Dat zyne zinnen streeld; Dan voelt hy zich ontvonken, Door toverende lonken, In eenen zuivren gloed; Dan smaakt hy 't zoetste zoet. [pagina 86] [p. 86] 4. Welaan! besluit myn hart, Of gy in 't eind' uw' zinnen Wilt buigen om te minnen, Dan of gy, gantsch verward, Het zoet der Liefde tart; Wilt gy haar magt braveren, Zy zal u eens verneêren, En doen, 't zy vroeg of laat, U voelen haren haat; Prys liever haar vermogen; Opdat zy werd bewogen, Om eens naar wensch uw' zin, Te strelen door de min. Vorige Volgende