Het Hernhutsche nachtegaaltje in eene vrolyke luim(1757)–Anoniem Hernhutsche nachtegaaltje in eene vrolyke luim, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina I] [p. I] [pagina V] [p. V] 't Werd opgedragen, Aan die 't behagen. Toon: Ach Fillis lief, Myn harte dief. U, die de vreugd' Het hart verheugd, Wyde ik dit Nachtegaaltje; Niet U, die knord En altyd mord, Ja, scharp zyt als een naaldje; Want dat was krek, Of ik, als gek, De Moriaan wouw wassen, Nadien dat Gy Hoord eens zoo bly' De nare Nachtuil krassen. Door 't zoet geluid Der snaren, fluit En zang, van twee paar Lieden, Wierd 't Dier bekoord, Des gy Hem hoord En ziet Hunn' vreugd' bespieden. Wilt dan Uw stem Met die van Hem En 't vrolyk speeltuig paren. Gy Oud en Jong, Voor wien Hy zong, Hy wenscht U wel te varen. Vorige Volgende