Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt
(1676)–Anoniem Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt– Auteursrechtvrij
[pagina 67]
| |
Hemel-vaert onses Heere Jesu Christi.Stem: Laet de trompetten slaen.
GEest volle Feest-geluyt, gy Seraphinse Chooren,
Dat Aerd' en Hemel magh uw vreugde-sanck aenhooren,
Als uwen Koning komt sijns Vaders Rijck beërven,
Dat hy nu soo veel jaer voor ons heeft willen derven.
Set al de poorten op, en 's Hemels ruyme Zalen,
Gy Princen van Godts Hof, en wilt met Feest inhalen
Den Koning, en den Heer der hoogste heerlijckheden,
Die komt tot sijnen Throon met Majesteyt intreden.
| |
[pagina 68]
| |
Gaet uwen Opper-Vorst geluck, en welkom bieden:
Dat Hemel, Aerd', en Hel hem sien mag eer geschieden
Van heel sijns Vaders Hof met kroonen in de handen,
Want hy verwinner keert uyt wreed', en strijdbaer Landen.
Wie is den Koning doch vol Majesteyt en glorie,
Die ingehaelt moet zijn van ons naer de victorie?
Hy is den stercken Heer, en machtig in het strijden,
Die den triumph verdient, en ruste naer veel lijden.
Klimt tot uw Vader op ter rechterhand geseten,
Daer u tot voetbanck dient den nijd der Aerd' gesmeten.
O trouwen Middelaer! tot leed van ons vyanden,
Wy stellen heel ons saeck, en recht in uwe handen.
|
|