Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt
(1676)–Anoniem Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt– Auteursrechtvrij
[pagina 49]
| |
De Seraphinen al verheugt
In de Locht, Sanctus, Sanctus singen,
En gloria ://: met volle vreugt,
Dat mensch en dier verblijdt met vlijt opspringen.
Hoe komt gy in soo armen Stal
Van Bethlehem te rusten,
Van nooddruft, en wellusten
Verlaten, en berooft van al?
Is dat een Hof van sulcken Heer,
En God s Soon? wien de Cherubinen
Ter aerd' geboogt ://: bewijsen eer
Met een groot heyr, en choor der Seraphinen.
Staet op Jerusalem verblijdt,
En gaet Jehovah groeten,
| |
[pagina 50]
| |
En valt hem neer te voeten,
Die d'aldernaeste vrienden zijt.
Maeckt hem een Konincklijcken throon,
En Paleys, hooger veel verheven,
Dan Salomon ://: brengt hem de Kroon
Van Majesteyt, die 't al, die 't al doet leven.
|
|