Helikon. Jaargang 4(1934)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] De uitgehuwde Ik geef te denken door mijn schuwe oogen, Met nukken kwel ik, koortsig zelf gekweld, Geen enk'le aanraking kan ik gedoogen, - Mijn lot heb ik aan hem, aan hém verteld.... Kan ik een uitvlucht, misstap nog verzinnen? Maar elk is medeplichtig om mij heen: Met bruidsgewaden die mij traag omspinnen Ben ik veroverd, hulp'loos en alleen. Drie jaren hebben mij een last beklonken, Door and'ren licht en huis'lijk afgerond; En ied'ren nacht is in mij neergezonken De voorproef van de oogen die mij dronken - O moeder, niet zíjn oogen, niet zíjn mond... S. Vestdijk. Vorige Volgende