Helikon. Jaargang 3(1933)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] Schaatsenrijden Glad en wijd ligt het ijs In een veeg wit en grijs En de lucht, tastbre kou, Is gestolpt onder blauw. En mijn schaats met een kras Als een schot onder glas Trekt een veervormig spoor Van mijn voet uit te loor. Ik scheer scheef op het vlak Langs een donkerblauw wak. Na een sprong voor een scheur Als een koord schiet ik voort Op het staal en ik duik In den wind en gebruik Elke spier, die geniet Als ik suis langs het riet. C. Eggink Vorige Volgende