Helikon. Jaargang 3
(1933)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 73]
| |
1490een hand is als een eigen levend wezen
en zoekt en tast, en 'k staar dit leven aan,
verwonder mij om 't vreemde van de waan.
en als een wrak drijft kalm en wak de maan.
| |
1504een luifel schuift haar schaduw traag
naar 't luistrend raam, dat vaag weerkaatst
mijn staar-gezicht, wit en vermagerd,
en vraagt luidloos om staamlend klagen
in mij, maar alles blijft zo stom.
en donker gonst het in mijn kop..
| |
1507het sneeuwt en sneeuwt en 'k staar het trage vallen
der volle vlokken aan uit 's hemels hallen,
nu afgedekt met sombre wolkgordijnen.
en 'k staar en staar maar naar de val der vlokken,
en 'k voel mezelf tot kleine vlokken worden
en valle' uit 's hemels halle'. in kleine brokken
sneeuwt zo mijn leven uit de hemel neder
en zoekt verzoeting in het moer der aarde.
Jan Gin
|
|