Helikon. Jaargang 1(1931)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 152] [p. 152] Zij gingen vroeg... Zij gingen vroeg, de zangers van weleer, Maar zelden zonder kransen om de lokken. Met bloemen van den roem zijn zij vertrokken, Jeugdig, de wegen zonder wederkeer. Maar die thans leven scheiden zoo niet meer Hun wordt nooit laat genoeg het lot voltrokken. Niet zooals génen om den dood te lokken Zingen zij, maar juist hem tot tegenweer. En als zij gaan zijn om hun witte haar De kransen schameler dan die zich zwaar Om hunner broeders zware lokken wonden, Als zij na een kort leven in het licht Zich willig met den Donkere verbonden Die peinzend hield den blik op hen gericht. J.J. van Geuns Vorige Volgende