Hans Michel Goedbloed zingt de voornaamste en nieuwste liederen
(1805)–Anoniem Hans Michel Goedbloed zingt de voornaamste en nieuwste liederen. Nooit te voren gedrukt.– Auteursrechtvrij
[pagina 30]
| |
Stem: Laat vry de Politieken spreeken.1.
Hoe dan zou gy myn verlaaten,
Die tot u zo ben gezind,
Hou zou gy myn kunnen haaten,
Dien gy altoos heb bemind,
Ziet uw droevig meisje aan,
Ziet my weenend voor u staan.
2.
Ach hoe zoet hoe menig werven,
Hebt gy met een slim beleid,
Op uw leeven en uw sterven,
Eeuwig liefde toe gezeid,
Geef myn dan uw hart en hand,
Voor myn eer tot onderpand.
3.
Eeuwig hebt gy trouw gezworen,
Hooger als ik zeggen kan,
Toen heb ik u uitverkooren,
Voor myn beste vriend’en man,
Ach laat my niet in de rouw,
Maakt my tot uw egten Vrouw.
4.
Neen ik kon het niet gelooven,
Toen myn hart zat in de rouw,
| |
[pagina 31]
| |
Dat als gy myn eer zou rooven,
Gy myn dan verlaaten zouw,
Heb dan dog medendogendheid,
Met myn dien gy hebt verlyd.
5.
[K]an myn klagt u niet beweegen
Laat myn vrugt u eigen kind,
Dien ik by u heb gekreegen,
Toen gy myn nog waart gesint,
Eert my nu ik zit in druk,
Red myn uit myn ongeluk.
6.
Ja dit kind heb ik ontfangen,
Van u liefde valsche vriend,
Toen gy met een groot verlangen,
Van myn eer moest zyn gediend,
Welk met myn thans teder schreid,
Om u onstandvastigheid.
7.
Ik zie myn klacht kan u niet breken,
Vaart dan wel in eeuwigheid,
Den hemel zal myn onschuld wreeken,
[K]om lief kind u niet verblyd,
U vader heeft een hart van steen,
Is doof voor zuchten en geween.
|
|