De volgende dag, zondag, in Gent werden de deelnemers door de goede zorgen
van de K.R.V. weer aan een andere ter plaatse deskundige gids, ditmaal Prof.
em. Dr. P. de Keyser, toevertrouwd, onder wiens leiding zij de St. Baafs
Kathedraal en het Belfort bezichtigden en een leerzame wandeling door de
stad maakten.
Te Brugge, waar het gezelschap in de namiddag het eind van zijn tocht
bereikte, hadden de excursionisten geen hulp van buitenaf meer nodig, daar
Collega Lic. J.L. de Meester. (Universiteit Freiburg i. Br.), een geboren
Bruggeling, in staat was hen langs Minne- en Galgewater, het Stadhuis met de
Heilig Bloedkapel, Begijnhof, Memling- en Gruuthuse-Museum, St.
Janshospitaal en O.L. Vrouwkerk te leiden, al werden ontstaan en inhoud van
het Guido Gezelle-Museum hun nog weer door een aparte deskundige uitgelegd.
Tussen al de bezichtigingen en bezoeken van deze excursie waren recepties,
lunches en diners ingelast, die het gezelschap door de Provinciale Besturen
van Brabant, Limburg, Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen werden aangeboden.
En al namen deze zeer rijke onthalen soms wat veel van de toegemeten tijd in
beslag, toch kan het voor onze buitenlandse docenten van dichterbij en veraf
niet anders dan hartverwarmend geweest zijn zo in letterlijke zin aan den
lijve te ondervinden, met welk een gulheid niet slechts de landelijke
overheid te Brussel, doch ook de gewestelijke besturen van het Vlaamse land
de gelegenheid van dit colloquium aangrepen om van hun hartelijk medeleven
met de verspreiding van de Nederlandse cultuur in de wereld en hun sympathie
voor hen die dit werk met toewijding jaar in jaar uit volbrengen, blijk te
geven.