1o | Het Tweede Colloquium van Hoogleraren en Lectoren in de Neerlandistiek aan
buitenlandse Universiteiten, van 9 tot 11 september 1964 te Brussel bijeen,
gevoelt de behoefte aan een duidelijk, zo mogelijk gemeenschappelijk beleid
van de Belgische en de Nederlandse regeringen ten aanzien van het onderwijs
in de neerlandistiek in het buitenland en beveelt de instelling aan van een
centrale commissie van deskundigen die beide regeringen op dit punt van
advies kan dienen. |
| |
2o | De docenten neerlandistiek in het buitenland, overtuigd als zij zijn van
het belang der verbreiding van de Nederlandse cultuur, zijn vanzelfsprekend
bereid naar vermogen mede te werken aan de versterking en uitbreiding van
het onderwijs in de neerlandistiek in het buitenland. Dit laatste kan onder
meer bereikt worden door op ruime schaal lectoraten met het buitenland uit
te wisselen. |
| |
3o | Sterker nog dan zijn binnenlandse collega's, ondervindt de buitenlandse
neerlandist de nadelen van het ontbreken van een bibliografisch apparaat op
het gebied van zijn vak. Het Colloquium spreekt de wens uit dat op korte
termijn met de opbouw hiervan een begin zal worden gemaakt. De buitenlandse
neerlandisten zijn gaarne bereid hieraan actief mede te werken. |
| |
4o | De docenten neerlandistiek in het buitenland gevoelen de behoefte aan een
centraal contact-orgaan, dat bemiddeling kan verlenen bij het aanschaffen
van antiquarische studiewerken. |
| |
5o | Het Colloquium juicht de bijeenkomsten van docenten per taalgebied, zoals
die tot dusver in verschillende landen zijn gehouden, toe en acht het
wenselijk dat soortgelijke bijeenkomsten ook in andere landen worden
aangemoedigd. |