De Haagsche diligens. Zynde bevragt met de liederen die thans gezongen worden
(1829)–Anoniem De Haagsche diligens. Zynde bevragt met de liederen die thans gezongen worden.– AuteursrechtvrijOp een nieuwe wys.1.
Bezangryk Koor! ziet naar beneden,
Op uw vriend en makker neer,
En die als mensch op de aard moet leven,
Onder het zuchtende hartzeer;
Kon myn Zangstem uw bekoren,
Toen ik op myn wieken dreef,
| |
[pagina 17]
| |
Mynen val door uw beschoren,
En vreest het Schepsel dat er leeft.
2.
En toen gy my door Linten, Strikken,
Lokte in uw listig net,
En in plaats my te verkwikken,
In een Yzer Kerker zet,
Niet aan de eene zy gehangen,
Maar wel geboeid aan alle kant,
En my tusschen de haard doen hangen,
Of wel geplaatst aan muur of wand.
3.
O neen! O neen! hier geen genade,
Op der aarde is er geen,
Lieve Zangers! laat uw raden,
Daalt onbezonnen zoo niet neer,
Want hier is uw val beschooren,
Hier wordt list op list bereid,
En laat de Lucht uw zangstem hooren,
Eer dat men hier uw val bereid.
4.
En dan nog eenmaal gezongen,
En dan voor het laatst, vaarwel!
Op myn Zootje neer gesprongen,
Met een toon zeer zagt en snel,
Voor het laast nu gaan ik rusten,
Hier begeeft myn toch de kracht,
Terwyl ik onder het kwynend zuchten,
Weer tot den vroege morgen wacht.
|
|