Het Haagsche Bosch, waarin te vinden zyn de allernieuwste liederen, die hedendaags gezongen worden
(1818)–Anoniem Haagsche Bosch, waarin te vinden zyn de allernieuwste liederen, die hedendaags gezongen worden, Het– AuteursrechtvrijOp een fraaije Wys.
1.
Stille Nacht in donkere schatten,
Dekt myn gezicht ten laatste maal,
Morgen leg ik in doods debatten,
Uitgestreeken in leeven en taal.
| |
[pagina 60]
| |
2.
Morgen gaan wy voor onze Broeders,
Voor het Vaderland in den stryd,
Maar ach! veele komen niet weder,
Waar zig vrind en vriend verbleid.
3.
Menig kindje leid in de armen,
Van zyn Moeder en voelt niet haaren smert,
Zy schreeuwt: Hemel! hebt doch erbarmen,
En drukt hem vergeefsch wel aan haar hert.
4.
Vreugdig springt en vraagt een monter knaapje,
Moeder komt niet onzen Vader bald,
Arm kind! U Vader legt in 't grafje,
Zyn oog ziet niet 't Zonnen straaltje.
5.
Meisjes denkt niet meer aan de banden,
Want de liefde slommert al in het Graf,
Denkt niet meer aan uwe Hoogtyds dagen,
Die de jeugd uw eertyds gaf.
6.
Daar legt al eenen Held met zand bedekt,
Tot weezen is het Meisje en de knaap,
Daar leid ook een Zoon ter dood gestrekt,
Die d'Ouders eertyds het Brood eens gaaf.
7.
Droevig, droevig gaat het onze Broeders,
Hier en daar als kreupel wandelen zy,
Onze pligt is 't evenwel weder,
Moedig zynen vyand gaan voorby.
| |
[pagina 61]
| |
8.
En strekt my des Vyands kogel neder,
Dwingt myn geest zich vreugde snel,
Hier namaals zien wy ons dan weder,
Daarom vrienden leeft eeuwig wel.
|
|