Het Haagsche Bosch, waarin te vinden zyn de allernieuwste liederen, die hedendaags gezongen worden
(1818)–Anoniem Haagsche Bosch, waarin te vinden zyn de allernieuwste liederen, die hedendaags gezongen worden, Het– Auteursrechtvrij
[pagina 29]
| |
Op een aangename Wys.
1.
Dat slechts myn minnaar hier verschyn',
By wien hy wist zyn min t'ontvonken;
Dan zal het dadelyk Lente zyn,
Dan zal het veld met bloemen pronken;
Maar wat ik zie, (bis)
Ach wat verdriet, (bis)
Myn minnaar die verschynt nog niet.
2.
Geef weer een woord dat de ooren streeld,
Als zy haar minnaars stem zal hooren,
En op zyn toon zoo lieflyk speeld,
Dan zal haar stem veel meer bekooren,
Zwyg stil hy roept, (bis)
Ach wat verdriet, (bis)
Myn lieve minnaar komt nog niet.
3.
ô Echo! dien ik duizendmaal,
Vermoeid heb door myn pynlyk klagen,
Hy kan, hy zal, in 's Herders dal,
Slechts naar zyn minnaresse vragen,
Maar zacht ik hoor, (bis)
Ach wat verdriet, (bis)
Daar ik om zucht, die komt nog niet.
4.
ô Minnaar waarom komt gy niet?
Uw min doet my in droefheid blaken,
Het wrede noodlot dat my grieft;
Maar zacht! ik zie myn minnaar naken,
Ik zie hem komen, (bis)
ô Wat geluk, (bis)
'k Leef met myn minnaar buiten druk.
|
|