De Haarlemsche spoorwagen
(na 1863)–Anoniem Haarlemsche spoorwagen, De– Auteursrechtvrij
[pagina 80]
| |
Tot de lieve morgen,
In mijn droom geloof mij vrij,
Blijft mij steeds uw beelt'nis bij.
Als ik aan den hemelboog,
't Starrenheir zie pronken,
En ik dan mijn meisjes oog,
Liefdevol zie lonken,
Dan een kusje nog geplukt,
Hart en mond en ziel verrukt.
O dan ga ik vrolijk heen,
Weder naar mijn woning,
Vergenoegd en wel te vreen,
Rijker dan een Koning,
Al zijn schatten, aanzien, magt,
'Kies ik niet voor zulk een nacht.
|
|