Personalia
Erik Breuls studeerde in 2005 af als historicus aan de Universiteit Antwerpen.
Zijn proefschrift handelde over de activiteiten van de Officina Plantiniana op de boekenbeurs van Frankfurt am Main in de periode 1589-1641. Momenteel volgt hij aan de Universiteit Antwerpen de voortgezette opleiding Informatie- en Bibliotheekwetenschap.
Juan R. Ballesteros studeerde Aardrijkskunde en Geschiedenis van de oudheid aan de Universidad Hispalense de Sevilla. Sinds 2001 is hij verbonden aan de Universidad Pablo de Olavide de Sevilla. Hij is auteur van o.m. een monografie over klassieke eruditie in 17de-eeuws Andalusië (La Antigüedad barroca, 2002). Als proefschrift bereidt hij een kritische uitgave en vertaling voor van de Admiranda van Justus Lipsius.
Antonio Dávila Pérez is hoogleraar Latijnse filologie aan de universiteit van Cadiz (Spanje). Zijn onderzoek betreft de Spaanse humanist Benito Arias Montano en de verschillende aspecten van zijn werk als erudiete humanist, zoals zijn Latijnse poëzie, zijn optreden als censor en vooral zijn briefwisseling.
Harald Deceulaer (1967) studeerde geschiedenis aan de Vrije Universiteit Brussel en publiceerde talloze bijdragen over de sociale, economische en culturele geschiedenis van de Lage Landen in de vroegmoderne periode.
Jeanine De Landtsheer is doctor in de Klassieke Talen en als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Seminarium Philologiae Humanisticae van de K.U. Leuven. Haar onderzoek is geconcentreerd rond leven en werken van Justus Lipsius, en vooral de uitgave van zijn enorme correspondentie. In haar vrije tijd is ze ook betrokken bij een vertaalproject rond Erasmus, van de Nederlandse uitgeverij Athenaeum.
Tom Deneire (1981) bereidt als doctoraatsassistent aan de K.U. Leuven een proefschrift voor met als werktitel: ‘The Correspondence of Justus Lipsius (1547-1606): 1598. Critical edition with introduction, annotation and stylistic study.’ Naast de humanistische geleerdencorrespondentie vindt de Latijnse literatuur van alle eeuwen een plaats in zijn onderzoek en interesseveld: van het antieke kunstproza (Cicero, Seneca) tot de Neolatijnse soldatenpoëzie uit de Eerste Wereldoorlog...
Chris Heesakkers, classicus en emeritus hoogleraar Neo-Latijn, deed veel onderzoek naar de beginperiode van het humanisme in de Noordelijke Nederlanden en in het bijzonder naar het werk en het netwerk van de pionier en de eerste curator van de in 1575 gestichte Leidse universiteit, Janus Dousa (1545-1604).
Marijke Janssens bereidt als medewerkster aan het project ‘Macht en moraal, vorst en volk: Justus Lipsius’ Monita et exempla politica (1605) als brug tussen politieke filosofie en het ideaal van de christelijke vorst’ een proefschrift voor aan de Katholieke Universiteit Leuven onder leiding van J. Papy en T. Van Houdt.
Hubert Meeus is als hoogleraar Nederlandse literatuur van de renaissance en theatergeschiedenis verbonden aan het Departement Letterkunde van de Universiteit Antwerpen. Hij publiceert over Nederlandse literatuur, het theater en het boek in de 16de en 17de eeuw.
Mark Morford is emeritus hoogleraar aan de University of Virginia. Hij was Kennedy Professor of Renaissance Studies in Smith College, waar hij ‘research fellow’ is. Hij schreef boeken over Persius (1984) en over de Romeinse filosofen (2002) en is mede-auteur van Classical Mythology (1971), waarvan de 8ste (herziene) uitgave door Oxford University Press gepubliceerd werd in 2006. Zijn boek Stoics and Neostoics: Rubens and the Circle of Lipsius, werd gepubliceerd in 1991.
Jan Papy is hoofddocent Latijnse taal- en letterkunde aan de Katholieke Universiteit Leuven. Als Neolatinist richt hij zijn onderzoek op het Italiaanse humanisme (Petrarca, Pico della Mirandola) en het humanisme in de Nederlanden (Erasmus, Vives, Lipsius).