Ten geleide
Niemand schrijft zonder schroom de naam neer van de Vereeniging der Antwerpsche Bibliophielen. Haar leden hebben in de loop van meer dan een eeuw een niet te overschatten bijdrage geleverd tot een betere kennis van het boek in de Nederlanden. De indrukwekkende rij van conservators van het Museum Plantin-Moretus zijn steeds de spil geweest van de bevordering van de wetenschappelijke studie van de drukkunst, de grafische kunst en de uitgeverij in ons deel van de wereld, dat belangrijker is - althans op dit vlak - dan de geografische beperking zou willen doen geloven. De laatste van deze conservators, Prof. Dr. Leon Voet, liet het niet alleen bij een geleerde animatie rond dat geliefde boek, maar heeft zelf een groot aantal baanbrekende studiën geleverd, die hierna door zijn opvolger zorgvuldig zijn beschreven.
De Gulden Passer blijft de bekoorlijke band tussen de Antwerpse Bibliofielen en het Museum. Derhalve verheugt het vele vrienden dat onderhavig Liber Amicorum op zichzelf een voorname schakel is tussen de drie componenten: het Museum Plantin-Moretus, dat groeiende scharen belangstellende toeristen aantrekt, de Vereeniging der Antwerpsche Bibliophielen, die als voornaamste uitdrukkingsvorm van de belangstelling van haar leden De Gulden Passer blijft uitgeven, het tijdschrift dat meer dan ooit de wetenschappelijke studie van het boek in de Zuidelijke Nederlanden zal blijven bevorderen.
Een vlugge kijk op de voortreffelijke inhoudstafel van dit Liber toont in zijn verschillende geledingen duidelijk wat het aandeel van de gevierde conservator is in drie essentiële richtingen in dit wetenschappelijk onderzoek. Een aantal bijdragen rond Christoffel Plantijn eerst, nadien een reeks opstellen rond het boek in onze contreien van de Middeleeuwen tot de Barok en ten slotte de geleerdenwereld die niet te scheiden is van boek noch bibliotheek, om te eindigen met een aantal meer specifieke bijdragen over de grafische kunst rond de rijke persoonlijkheid van Plantin.
Bij deze vlugge opsomming blijkt niet voldoende dat twee dominanten opvallen: eerst het aantal buitenlandse bijdragen en verder de alom aanwezigheid van het Antwerpse culturele erfgoed. De wijde wereld in Antwerpen, Antwerpen in de wijde wereld. Leon Voet zal daar gelukkig om zijn en zijn vele vrienden met hem.