E.J. Labarra, Dictionary and Encyclopaedia of Paper and Paper-Making, with equivalents of the technical terms in French, German, Dutch, Italian, Spanish & Swedish. Tweede uitgave, herzien en bijgewerkt. Geoffrey Cumberlege-Oxford University Press, London and Toronto, 1952 (maar uitgebracht in 1953) - 70 shillings.
Dit woordenboek (tegelijk encyclopedie) over het papier en de fabricatie ervan verscheen voor het eerst in 1937. Deze nieuwe, in Holland gedrukte uitgave, verschilt nochtans gevoelig van de eerste. De meest recente technische verwezenlijkingen en uitdrukkingen hebben er hun plaats in gevonden, terwijl het onderzoek naar de papierfabricatie in het verleden nieuwe vruchten heeft afgeworpen. Terzelfdertijd heeft de auteur zich dan nog verder verdiept in wat hij noemt ‘zijn oefening van vergelijkende philologie, bedoeld als een poging om de herkomst, de groei en de variatiemethodes van de woordenschat van het bedrijf te ontwarren’. De uitkomst van dit alles is dat de auteur thans in het Engels van elk technisch woord dat hij in zijn encyclopedie opneemt, de betekenis en de omschrijving geeft, gevolgd door zijn tegenwaarde achtereenvolgens in de Franse, Duitse, Nederlandse, Italiaanse, Spaanse en Zweedse talen. Woordenregisters voor elk van de zeven gebezigde talen verwijzen naar de plaats waar ze in de encyclopedie vermeld staan en ronden op voortreffelijke wijze dit pionierswerk af.
Ik heb, ik beken het ootmoedig, de moed niet gehad om de verschillende entrées in de encyclopedie op te tellen. Maar vermits die uit 378 bladzijden bestaat (ruim honderd bijkomende bladzijden zijn aan de registers gewijd) en er zowat gemiddeld 8 per bladzijde worden behandeld, moeten het er in totaal tussen de tweeduizend en de drieduizend zijn. Aan enkele worden weliswaar niet meer dan een paar woorden besteed. Doch andere, daarentegen, krijgen pagina's en pagina's. Dit zeggend denk ik vooral aan de volgende twaalf woorden waarover echte essays worden gegeven: ‘Felts’, ‘Marble Papers’, ‘Newsprint’, ‘Philately’, ‘Photographic Papers’, ‘Printings’, ‘Sizes’, ‘Standardization’, ‘Wallpaper’, ‘Watermark’, ‘Wrapping Papers’ en ‘Writing Papers’.
Twee hunner, dat over de ‘Wallpapers’ en dat over het ‘Watermark’, zijn eigenlijk het werk respectievelijk van Mr. E.A. Entwisle en van wijlen Mr. Edward Heawood.
Zoals het letterkundig supplement van The Times het schreef, is deze encyclopedie een uiterst-interessant en bijzonder hulpvaardig werktuig voor de papierfabricant en -handelaar, de drukker, de bibliofiel en voor de nijverheids-historicus. Persoonlijk zou ik aan die vleiende opmerking willen toevoegen dat ze mij met stijgend ongeduld doet uitkijken naar een gelijkwaardig werk over de drukkunst, maar dan ietwat rijkelijker geïllustreerd. In de encyclopedie over het papier zijn de illustraties ons inderdaad te spaarzaam toegemeten.
Hugo van de Perre.