Boeken. - livres.
George Parker Winship: Gutenberg to Plantin, an outline of the early history of printing. (Cambridge, Harvard University Press, 1926).
De auteur van dit werkje, boekbewaarder van de Harvard College Library, geeft een synthetisch overzicht op de uitvinding der boekdrukkunst, haar verspreiding over Duitschland en Italie, de ontwikkeling van Venetië als hoofdkwartier van den 15e eeuwschen boekhandel, de uitbreiding der drukkunst over heel Europa, het invoeren der illustratie, de werkzaamheid van de geleerde drukkers (vooral Paul en Aldus Manutius) en van sommige beschermers der drukkunst (Grolier). Zijn laatste hoofdstuk: The End of the Era of the Master Printers, is voor ons het belangrijkste omdat hij daar eenige eigenaardige beschouwingen geeft over Chr. Plantin en de Antwerpsche drukkunst in de 16e eeuw. Wij nemen er een paar beschouwingen uit over. Ziehier hoe hij Plantin's werkzaamheid bepaalt: ‘The Era of the Master Printers ended with Christophe Plantin. Since his time there have been many great masters of printing establishments who were practical craftsmen, some of whom, like the two Charles Whittinghams, have profoundly influenced the development of book-making. Before Plantin, from the day of Koberger and of the early Venetians, there had been owners of printing plants whose business ability made them sellers rather than makers of books. But it was the Master, exercising a direct oversight of the activities of compositors, pressmen, and binders, who gave to the industry its characteristic features down to the later decades of the sixteenth century. After 1600 the publisher dominated the craftsman’. Van Antwerpen zegt hij dat zij van 1550 af Venetië als wereldmetropool ging overtreffen, en dat van toen af de drukkers ook begonnen tegen de Italianen te concurreeren als boekenbevoorraders der wereld. In plaats van hoofdzakelijk boeken over canonisch recht, uitgaven der kerkvaders, middeleeuwsche geneeskundige werken, teksten van de classieken der oudheid en dergelijke werken te drukken zooals te
Venetië, schrijft de heer Winship, legden de Antwerpsche drukkers er zich op toe boeken te laten verschijnen, die hoofdzakelijk tot doel hadden de lezers te boeien. ‘They were printed in every European language, in quantities as much larger than the editions of those other more respectable works as they are now more difficult to find. Rarely does the hunter through the old bookshops come upon an Antwerp sixteenth century imprint; and when he does, he may not recognize it, for the title-page is apt to say that is was printed at Paris or Philipolis or some equally improbable locality’. Dergelijke gevallen deden zich zeker voor, maar toch bleven het uitzonderingen, en de zeldzaamheid van de 16e eeuwsche Antwerpsche uitgaven, waarover de heer Winship hier gewaagt, is in werkelijkheid niet zoo groot als hij het voorstelt. Er komen in het antiquariaat voortdurend 16e eeuwsche Antwerpsche drukken in aanzienlijke hoeveelheid voor. Het boekje van den heer Winship is handig en onderhoudend, zooniet altijd diepgaande.