Tijdschriften - revues.
De Bijdragen tot de Geschiedenis van 25 Juni 1924 bevatten als voor Antwerpen belangrijke stukken het vervolg van de annoteering van P.J. Goetschalckx bij het Jaargetijdenboek der kapelanen van O.L.V. te Antwerpen, en een belangrijke Studie van Floris Prims over de Antwerpsche korenmeters en -dragers in de XIVe eeuw, waarin de schrijver nagaat een der interessantste groepeeringsverschijnselen welke de volle ontplooiing van het ambachtswezen der XVe eeuw voorafgaan.
In Het Boek publiceert O. Dambre een uitvoerige Bibliographie van de werken van Justus de Harduyn (Gent 1582-Oudegem 1642). Het stuk geeft meer dan de titel belooft, en behalve de bibliographie bevat het een studie over de persoonlijkheid en de werken van dezen Zuid-Nederlandschen poeët der Hoog-Renaissance, van wie talrijke boeken bij Antwerpsche drukkers van de pers kwamen.
A. Geerebaert S.J. publiceert in de Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie (Maart 1924) de Inleiding tot zijn Lijst van de gedrukte Nederlandsche vertalingen der oude Grieksche en Latijnsche schrijvers. Ook dit stuk biedt voor de studie der Antwerpsche bibliographie een ongemeen belang. In de Gulden Passer I 1923, blz. 126-136 beschreef Geerebaert een door hem ontdekte te Antwerpen gedrukte Cato-vertaling van 1574. Op blz. 193 van denzelfden