leen geeft deze vertaling niet wat de Fransche auteur bedoelde - en over 't algemeen héél duidelijk zei - maar ook is het Nederlandsch, op zichzelf beschouwd, in de meeste gevallen onaannemelijk. Als staaltje van 's heeren Corbeth's stijl moge deze kleine passage gelden:
‘Zoo ging het met alles. Elke handeling - al was het ook de onverwachtste en meest aanstoot-gevende - had een verontschuldiging, die men onmogelijk niet kon laten gelden: scheen de daad al onvergeeflijk, dan werd ze begeleid door een zoo oprecht berouw, dat het de schuld te delgen scheen’ (p. 8). Zet daarnaast eens Kessels eenvoud:
‘Il en allait de même pour tout. Chaque action - fût-elle la plus inattendue, la plus choquante - avait une excuse, qu'il était impossible de ne pas admettre, ou, si elle était inexcusable, accompagnée d'un repentir si vif, qu'il rachetait la faute’.
Maar er is erger dan deze onhandigheden.
Er is b.v. die manie, er zelf iets bij te fantazeeren, om Kessel toch vooral nog een beetje mooier te maken dan hij is. Zoo hebben we dat woekerplantje ‘als’, gevoegd in een simpele vergelijking die zonder dat ‘als’ (dat ook in het Fransch er niet staat) veel sterker, veel levendiger klinkt. ‘Un chétif sommeil’ (van een straatje sprekend) wordt: slaapt ... ‘als een ziekelijk kind’. Hetzelfde geldt voor de toevoeging van ‘scheen’ in: ‘het plein dat de heele omgeving te beheerschen scheen’ = ‘la place qui le domine’ (Holl. pag. 120). ‘Une odeur fade’ wordt een naargeestig-duffe lucht (met die aanstellerige verbindingsstreepjes waar de tekst van overloopt). ‘Que signifiait cette étiquette?’ wordt: ‘Wat beteekende dit onveranderlijke etiket?’ (p. 5). ‘Des filles un peu hagardes’ luidt: ‘schemerbleeke dansmeisjes en nachtvlinders’; ‘des marchandes de fleurs’ = ‘verflenste bloemenmeisjes’; ‘il y en avait de toute grandeur, de tout style’ wordt: ‘er waren er van allerlei grootte, schreeuwerig-bont en in velerlei stijl’; ‘qui retentissaient de danses sauvages’ wordt: ‘waar wilde dansen opklonken in bacchantisch-woest rythme’; ‘il y en avait qui étaient tendus de tapis d'Orient’ wordt: ‘sommige hadden, week-noodend, oostersche tapijten die den voetstap dempten’, enz. enz.
Uit overwegingen van rechtvaardigheid of uit evenwichtsinstinct liet de ... laat ons maar zeggen: vertaler sommige andere woorden, wendingen of uitdrukkingen maar onver ... - laat ons zeggen: ... taald. Een ‘justaucorps’, nauwsluitende jas, blijft een ‘just-aucorps’ (met twee streepjes voor de originaliteit); ‘une orgie mécanique’, een machinale genotsroes, wordt ‘een steeds-terugkeerend nachtfeest’; beroemde ‘Tziganes’ uit een strijkje worden ontmand tot ... beroemde ‘Zigeunerinnen’; ‘avec un cabotinage frelaté’ (met een troebele pose van schijn-comedianterigheid) wordt: ‘in tooneelmatige vermomming’; de vermoeienis van het werk, doodeenvoudig: la fatigue - wordt ‘zijn beslommering’; de allerteekenachtigste uitdrukking: ‘son coeur avait criblé de coups plus pressés sa poitrine déjà maigre’ wordt versimpeld tot ‘dit had haar magere borst even doen gloeien’; ‘s'effriter’, hier: ‘langzamerhand weer verslappen’ zooals uit de dadelijk daarop volgende alinea blijkt, wordt: ‘dat alles zakte ... tot stof in-één’ (met een streepje, wat? met drie streepjes!).
En nu een lijstje van grappige dwaasheden:
‘Des épaules altières’ worden ‘hooge schouders’; het ‘eigen’ (‘le privilège’) wordt: ‘het erfdeel’; ‘de lichaamslengte’ (la taille) wordt ... mirabile dictu: ‘het middel’ (de taille!); ‘mieux fondus’ (beter samengesmolten, sprekende van spieren die sierlijk in elkaar samenvloeien) wordt: ‘fijner bewerktuigd’; ‘seulement alors, elle se rendit compte’ = toen echter gaf zij zich rekenschap, wordt: ‘eerst toen gaf zij ...’, wat in het Fransch geheel anders hadde geklonken; ‘zij herkende gewone mannen en vrouwen in die wezens’ wordt: ‘zij onderscheidde mannen en vrouwen onder hen’; ‘Mlle M. commença d'éprouver une sourde inquiétude’ luidt: ‘Juffr. M. begon zich ernstig ongerust te maken’; een aardkleurige muur is hier een ‘aarden’ muur; ‘de dageraad’ (le petit jour) wordt hier ‘de avondschemer’; ‘une bourgade’ (een vlek) wordt vermicroscopiseerd tot ‘een gehucht’, een ‘oprisping van verontwaardigden afkeer’ (un hautle-corps) wordt ‘een lichte weerzin’; de verbaasde uitroep: ‘Ah! ce sont des Russes’ wordt ‘ja-ja’ (met een streepje), ‘'t zijn Russen’; ‘le gymnase’, de gymnastiekzaal, wordt ‘het sportveld’ (waarom toch?); ‘des générations de cavaliers’ worden ‘heel een voorgeslacht van dol-koene (met streepje) ruiters’; ‘uitgehongerd’ (affamés) wordt:
‘verhongerd’; déguisés’, in de beteekenis van: onherkenbaar geworden, nl. door hun verval en hun vreemde, niet bij hun afkomst passende kleedij: ‘vermomd soms’, alsof het een maskerade gold; ‘névrosé’, = zenuwziek, verward met ‘énervé, geeft: ‘ontzenuwd’; ‘secourable’ = waar hulp geboden wordt, wordt: ‘toegankelijk’; de mooie uitdrukking: ‘un port sans havre’, een haven die echter geen toevlucht bood, wordt dit nonsensicale samenkleefsel (met twee streepjes): ‘haven-zonder-uitmonding’. (Wat kan dat wel zijn? waaraan beantwoordt zulk een ... figuur?). Schitterend is ook deze weergave: ‘à l'heure où l'on voit des gens reposés de sommeil, aller à des tâches saines’: ‘op het uur dat andere menschen zakelijk-nuchter (met een streepje) naar hun werk gaan’.
Wij willen besluiten met twee superlatieve stommiteiten:
‘Le souffle barbare ... que la Russie sans limites ... a déposé dans le coeur (ja, heusch, met een c!) de ses pires enfants’: ‘de barbaarsche adem die het onmetelijke ... Rusland in de zangkoren van zijn verdorvenste kinderen heeft neergelegd’ (p. 119).
En:
‘Si nous cassons des verres - pour la chance - ce sera très commode’, zegt de bijgeloovige Prins Fedor; en de heer Corbeth heeft dit zeer wel geweten, toen hij zeven regels lager zei: ‘die prins ... die ... vaatwerk brak om het noodlot te vermurwen’. Hoe is het dan mogelijk dat hij ‘pour la chance’ ... wij zullen maar zeggen: vertaalt, door ‘zoo bij toeval’?
Wij willen het maar hierbij laten. Wie gewaarschuwd wenscht te worden, lezers of uitgevers, zal het nu wel voldoende zijn.
MARTIN J. PREMSELA