Correspondentie
Schrijversrechten en uitgeverspractijken
Geachte Redactie.
Wil mij vergunnen, een slotwoord tot de heer Greshoff te richten.
Hij verlangt van mij een positief antwoord op de vraag of het zedelik en redelik is, dat de auteur de enige leverancier is, die verplicht wordt te delen in de risico's (kom, kom! in het verlies, bij voorbeeld?) van de uitgever, en hij acht het moeilik voor mij om zulk een antwoord te geven, daar ik, naar hij zegt, als verdediger van uitgeversbelangen bezwaarlik mijn opdrachtgevers kan afvallen.
De moeilikheid ligt echter elders, en wel buiten mijn opdrachtgevers en mij: zij is door de heer Greshoff zelf opgeroepen.
Wanneer hij namelik meent, dat ik niet vrij zou zijn in mijn verweer, omdat ik mijn boekje ‘De Uitgever en zijn Bedrijf’ geschreven heb in opdracht van de Nederlandsche Uitgeversbond, dan miskent hij niet alleen de verhoudingen in die bond alsmede de onafhankelikheid van mijn meningen, doch dan past hij ook op mij de qualificatie ‘leverancier’ toe, waarmede hij blijkens zijn vraag alle auteurs versiert.
En ziedaar nu de moeilikheid. Pour discuter il faut être d'accord. Wij verschillen evenwel van opvatting over de grondslag onzer discussie: voor mij kan er geen sprake van zijn dat de auteur een leverancier is in dezelfde zin als waarin papierfabrikant, binder en drukker het zijn; ik stel het aandeel van de schrijver op een geheel ander, op een geestelik plan, wel is waar met alle daaraan verbonden onzekerheden.
Hoe willen wij nu verder van gedachten wisselen, wanneer de gemeenschappelike basis ontbreekt?
Maar misschien heb ik de heer Greshoff met mijn plaatsing van de schrijversfiguur op zo hoog niveau indirect toch al enige voldoening gegeven, en wil hij méér, dan verzeker ik hem gaarne dat mijns inziens elke onbehoorlike houding tegenover een auteur veroordeeld dient te worden, een verzekering waarmee de vele fatsoenlike uitgevers, van wie ik het voorrecht heb de collega te zijn, ongetwijfeld zullen instemmen.
Doch zolang mijn opponent zich omtrent het karakter van de auteur, die hij beschouwt als iemand, bij wie men een boek kant en klaar volgens elk gewenst model kan bestellen, tegen onvoorwaardelike betaling van de daarvoor gevraagde prijs, zulk een geheel andere voorstelling maakt dan ik, die meen dat de auteur volstrekt niet kan gezegd worden een bepaalde, op marktprijs waardeerbare hoeveelheid afgewerkte grondstof te leveren, integendeel een veel minder positieve onderneming waagt, waarvan hij de ongewisse kansen uit redelik en zedelik oogpunt niet zonder beperking op een ander kan afwentelen, - zolang blijft de moeilikheid, door de heer Greshoff geschapen, aan een bevredigende discussie onoverkomelik in de weg liggen.
Met dank voor de plaatsing,
hoogachtend,
J. TERSTEEG
(Discussie gesloten).