VI
In Eduard Grunertus, den schilder-schrijver uit München, brandt het heilige Nietzscheaansche vuur. Hij zet den strijd voort - den strijd tegen de profeten en zaligmakers, tegen de zinledige moraal, tegen de décadence in het pessimisme, tegen hen, die geen ‘neue Werte’ vermogen te scheppen.
Hij heeft de-wereld-van-Nietzsche weer tot ons gebracht. Tot den wereldwijzen modernen mensch. Zijn daad is een actie in den besten zin. Hij wapent ons tegen mechaniseering en nivelleering, tegen kudde-geest en corruptie. Zijn roepstem komt tot ons als de tragische kreet van een mensch, die gelouterd wil worden door gespierde idealen. En omdat hij is de gespannen zoeker der waarheid, zal hij eenzaam blijven op zijn post. Doch deze gespierde idealen richten zich immers tot de ‘happy few’! Voor dezulken moge hij een vastberaden gids, méér nog, een leiddraad tot handelen zijn.