Goethe's Vader
Naar aanleiding van: Rudolf Glaser, Goethes Vater. Sein Leben nach Tagebüchern und Zeitberichten. - Leipzig, Quelle & Meyer, 1929.
BOVENGENOEMD werk, dat verleden najaar smaakvol met fraaie illustraties is uitgegeven en als ‘ein Weihnachtsbuch für jeden Goethefreund’ werd aangekondigd, maar juister ‘ein Buch für jeden Goethefreund’ kan worden genoemd, is een welkome verrassing voor ieder, die door bekendheid met de persoonlijkheid Goethe ook belangstelling koestert voor diens naaste familie, in casu voor zijn ouders en in 't bijzonder voor zijn vader. Het moet wel velen hebben getroffen, dat des dichters vader nog altijd zoo onduidelijk op den achtergrond stond, terwijl het weinige licht, dat op hem viel, diens figuur niet juist bijzonder sympathiek deed uitkomen. Eigenlijk zweeg men maar liever over den vader en wijdde daarentegen alle aandacht aan des dichters moeder, de welbekende ‘Frau Aja’. Een niet zoo zeldzaam vaderlijk lot, zulke achterstelling bij de moeder.
Toch kan dat een groote onrechtvaardigheid zijn, zooals wellicht Goethevereerders dit reeds lang, hetzij bewust of onderbewust, hebben gevoeld. Ook Dr. Glaser behoort tot hen; en dat dreef hem er toe, te trachten in de persoonlijkheid van Johann Kaspar Goethe en diens beteekenis voor den genialen zoon Johann, Wolfgang dieper door te dringen dan tot nog toe was geschied. Zoo is dan zijn werk, objectief van karakter, als vanzelf een pleidooi, een ‘Rettung’ in Lessingschen zin geworden, waaraan inderdaad behoefte bestond.
Niet alsof nu door die ‘redding’ het hoofd van Kaspar Goethe met een aureool van louter zachte liefelijkheid of welke andere sympathieke eigenschappen wordt omstraald. Geenszins. Maar Goethe's vader staat nu tenminste niet meer zoo goed als uitsluitend in het verwerpelijke licht van vage onbegrepenheid en ongerechtvaardigde vooroordeelen, hetgeen met zeldzame uitzonderingen nog maar al te veel het geval was.
De hoofdbeschuldiging tegen den vader was, zooals welbekend, dat het hem totaal aan begrip voor de dichterlijke genialiteit van zijn zoon zou hebben ontbroken, waaruit dan vanzelf oogenblikken en perioden van verkoelende tot vijandige spanning moesten ontstaan met, als gevolg, vervreemding tusschen hen. Doch daar kan men vragen: Zou één vader met diep verantwoordelijkheidsgevoel, allermeest voor zijn gezin, zonder botsingen met een vroegrijpen ‘Stürmer und Dränger’, als de zoon was, diens jeugdontwikkeling voldoende hebben kunnen volgen, een ontwikkeling zoo rijk aan genialiteit, maar ook aan antimaatschappelijke zorgeloosheid, ja lichtzinnigheid? Alsof de vader met zijn krachtig plichtsbesef de oogen had kunnen sluiten voor de gevaren, die zijn zoon, nog zonder levenslijn, bedreigden en ten slotte in 't verderf konden storten. Geen verslaafdheid aan allerlei hartstochtelijke opwellingen, geregelde en volhardende arbeid, streven naar een behoorlijke positie, geen geldverkwisting - welke zorgende vader, die het in de opvoeding en leiding zijner kinderen niet daarheen wil sturen? En of vader Goethe, reeds van gezetten leeftijd, daarvoor wel steeds voldoenden steun vond bij zijn jeugdige, meer dan twintig jaren jongere vrouw, die o.m. na zijn dood nog bijna wegens gebrek aan geldkennis onder curateele werd gesteld? ... om slechts op dit verschil te wijzen in de ouders Goethe: ‘vom Mütterchen’ de vaak al te zorgelooze ‘Frohnatur’ en ‘vom Vater des Lebens ernstes Führen’.
Hiermede komen we als vanzelf tot een ander punt. Glaser's werk maakt het aan iederen lezer duidelijk, dat in elk geval twee factoren van groote en allergrootste beteekenis in het leven van den gerijpten dichter Goethe direct tot den vader zijn terug te herleiden, ja hen beiden in ‘Geistesgebundenheit’ vereenigde; namelijk het ongetwijfeld door den vader gewekte verlangen - bijna een levensverlangen - naar Italië, en, veel gewichtiger nog, het bijtijds vinden van een ‘Magnetnadel’ voor zijn leven, een vaste levenslijn dus. Wie zal zeggen, hoe vele en hoe diepe indrukken en verlangens in den knaap en jongeling Goethe zijn ontstaan door de vele gesprekken van den vader over zijn Italiaansche reis, zijn ‘viaggio in Italia’ van 't jaar '40, waarvan deze de aanteekeningen nog tot het jaar '68 in Italiaansche taal met liefde uitwerkte? En hoe ver hij reeds daardoor werd binnengeleid in dat, wat den lateren dichter zooveel levensvulling bood: in kunst en kunstgeschiedenis, in archaeologie, mineralogie, in natuurbeschouwing en natuuronderzoek? Aan die reis heeft Dr. Glaser dan ook ruime aandacht geschonken, daartoe in staat gesteld door de liberaliteit van het Goethe-Schiller-archief te Weimar, waar het manuscript dezer ‘Viaggio’ berust. - Dan verder: Kan de vaste levenslijn van den man en den grijsaard Wolfgang Goethe een plausibeler verklaring vinden dan in het voorbeeld van den vader, dat in het onderbewuste ongetwijfeld zijn werking deed, hoeveel onaangenaamheden voor den nog in dit opzicht kortzichtigen jongeling daarmede ook mochten gepaard gaan?
En de lust van den Weimarer dichter, kunstgenieter en natuuronderzoeker in het systematisch verzamelen, waarvan het Goethemuseum - d.i. de wat vergroote Goethewoning - te Weimar nog zooveel te aanschouwen geeft! Waardoor anders zou die lust geleidelijker kunnen zijn ontstaan en zich hebben ontwikkeld dan door hetgeen den opgroeienden jongeling, tehuis zijnde, daarvan in de ouderlijke woning te Frankfort dagelijks kon te zien en te verklaren krijgen van zijn vader, die met zooveel liefde en overleg dergelijke verzamelingen aanlegde en uitbreidde? Om van de welverzorgde bibliotheek des vaders maar niet te spreken.
Dat de latere Weimaraner Goethe dan ook veel van zijn vorming aan zijn vader te danken had, hij moet het wel vaak genoeg hebben beseft en heeft er enkele malen dankbaar van getuigd.
Zijn dichterlijk genie buiten beschouwing latend zou men in dit verband een verticale streep door het leven van den zoon kunnen trekken en wel vlak voor diens Italiaansche reis. Het leven vóór die scheidingslijn zou dan zijn hoofdverklaring vinden in de afstamming van de moeder, terwijl in de tweede helft van zijn leven het karakter van den vader zich steeds duidelijker weer-