| |
Boekenschouw
Romans en Novellen
Oorspronkelijke werken
Kees van Bruggen, De Verlaten Man. - Bussum, C.A.J. van Dishoeck, 1928.
Kees van Bruggen (Rein van Zanten) geeft in dit boek de geschiedenis van een gescheiden man. Laat ik dadelijk er aan toevoegen: die geeft hij voortreffelijk. Dit boek is zoo dadelijk-treffend, zoo franjeloos-onmiddellijk, dat men niet mèt maar dòor, vanuit de hoofdpersoon leeft. Daardoor krijgt het iets suggestiefs, dat dadelijk pakt en vasthoudt. Dit boek behoort tot het beste van jaren romanliteratuur.
| |
Theo Bogaerts, Brusselsche Krabbels. - Amsterdam-Antwerpen, Uitgeverij ‘Regenboog’, z.j.
Och ja, kwaad zijn ze niet, deze krabbels, maar zulke worden er duizenden geschetst, zelfs wel betere. Bundeling en uitgave - en dan nog zoo fraai! - worden niet gewettigd door werk, dat men ten hoogste als wel-aardig kan qualificeeren. Dan zou Leo van de ‘Telegraaf’ bijvoorbeeld ook wel eens kunnen gaan bundelen, en minstens met evenveel recht als Theo Bogaerts.
| |
Josef Cohen, Liefde Overwint. - Amsterdam, Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1928.
Hoera! Mijn jarenlange vrees was ongegrond: de dierbare oude draak bestaat nog steeds; onder den titel ‘Liefde Overwint’ tart hij opnieuw den tijd! Alles is nog compleet: de opofferende grootmoeder, de verdrinkende familie, oma's oude minnaar Jurriaan (!), de maanlichtbeschenen ijsbaan, alles. Alleen, 't is de draak aan te zien, dat hij oud wordt, alle attributen zijn minder uitbundig geworden en valer. Zelfs de draak schijnt tòch uit te sterven. Jammer!
| |
Alfred A. Haighton, Successie. - Leiden, Leidsche Uitgeversmaatschappij, z.j.
Volstrekt niet wil ik verklaren, dat de heer Haighton niet in staat zou zijn een roman te schrijven. Dit te verklaren zou, gezien deze ‘Successie’ van 518 bladzijden (‘Februari 1926, Nice - Yokohama - Rijswijk, October 1927’) een dwaasheid zijn. Maar wat ik wel beweer is: de heer Haighton heeft van literatuur een vreemd begrip. Dat bewijze deze reeks citaten: ‘De oude Hornby stikte haast van smartelijke woede’ (blz. 21). ‘Gebukt onder zorg trad hij als een automaat door de openstaande deur naar binnen’ (82). ‘Zwijgend gebruikte Higgins zijn maaltijd, vervuld van sombere gedachten’ (82). ‘Drenkeling in overdrachtelijken zin, klampte Higgins zich aan een dito stroohalm vast.’ De rest spaar ik u, ik vrees het heele boek te zullen afschrijven. Het is onbegrijpelijk, hoe de heer Haighton zulk een lijvigen roman over de hoogere handelswereld kan schrijven en zelf zoo weinig handelsman zijn. Met ‘Successie’ was een verpletterend succes te bereiken geweest, had de heer Haighton het slechts laten verschijnen ... in afleveringen!
| |
E.G. van Bolhuis, Langs beslijkte Straten, roman uit donker Amsterdam. - Utrecht, Uitg. Comp. ‘De Branding’, z.j.
De onjuistheden van dit boek beginnen reeds met den titel. Het boek is veel beter dan de titel doet verwachten. Al heeft van Bolhuis met dit boek geen eersteklas-werk gegeven, zoo prullig als men achter dezen titel een werk zou verwachten is het geenszins. Verder zou er een massa op dit boek zijn aan te merken: hoe slecht de dialoog hier en daar is, omdat de auteur dikwijls niet durft schrijven wat er staan moet of omdat hij onmachtig is een bepaalde situatie te doorpeilen; hoe gebrekkig het Hollandsch is, waardoor het boek soms zoo amateurig wordt; hoe sommige personen tot psychologische caricaturen worden (zooals bijvoorbeeld de figuur Anna) omdat de schrijver ze niet beheerscht. Dit alles en nog veel meer zou aan te merken zijn. Laat ik echter wijzen op de sferische voortreffelijkheid van dit boek, waardoor bijna elke episode (buiten die ten huize van Asselberg) uitstekend
| |
| |
is van belichting en knap van ensceneering, zoodat het weliswaar nog niet gaat behooren tot de eerste der meesterwerken, maar duizendmaal te verkiezen is boven een boek als het hierboven behandelde ‘Successie’. Cris Agterberg teekende een opmerkelijk omslag in zwart en rood voor dit boek, waardoor het ‘donkere Amsterdam’-accent misschien wel wat te veel wordt aangedikt. Want ‘Langs beslijkte Straten’ heeft betere kwaliteiten, al is de compositie wel wat al te los en het typisch amsterdamsche ver.
JOHAN THEUNISZ
| |
Jeanne Reyneke van Stuwe, Residentieleven. - Amsterdam, L.J. Veen (160 blz.).
Deze bundel bevat een tweetal verhalen, waarvan het eerste, dat meer dan de helft van het boek vult, ‘Residentieleven’ is geheeten. Het kan bijna niet anders of mevrouw van Stuwe had dit verhaaltje al lang in portefeuille - zoo'n ouderwetsch en oudbakken atmosfeer stijgt er uit op. Het ‘Residentieleven’ van rijke freuletjes, die zich à la Eline Vere amuseeren met luitenants en dergelijke op Kurhausterrassen en in ‘de tent’, is toch wel lichtelijk uit den tijd. Ook de heele mentaliteit van de jonge meisjes die in het schetsje voorkomen is die van een jaar of tien, twintig terug, en doet ons telkens verbaasd staan. Zoo bijv. treft ons al dadelijk in het begin de vreemde beschrijving van de leerares Hannie, die al 28 jaar oud is. Zij is zich aan 't kleeden voor een diner, waarna gedanst zal worden. ‘Lichte japonnetjes droeg ze niet meer, dat kwam, vond ze, niet overeen met haar positie van leerares, maar ze had een paar lieve moderne blouses, die zeer goed konden dienen. De rose zou haar wangen wat opkleuren, de kant aan de mouwen deed de handen nog kleiner en blanker schijnen en de rose tint stond lief bij het lichte grijs van het rokje. Toen ze klaar was en in den spiegel keek, viel ze zichzelve mee. Ze had een kleurtje van het haasten - de krulletjes hadden zich gelukkig goed laten schikken, de nieuwe halslijn was elegant en omsloot haar magere schoudertjes, met zijn crêpe volheid’ (?). Dat dit geen diner-met-dansen-na-toiletje van 1928 is, weet mevrouw van Stuwe toch ook wel. En hier en daar is toch een modern tintje opgezet, de ‘charleston’ wordt gedanst en er is sprake van La Garçonne. Niettegenstaande deze opfleuringen is het geheel hopeloos oudbakken, banaal en onbeduidend. Het tweede schetsje heeft betere kwaliteiten, hoewel het toch ook bitter weinig om 't lijf heeft.
| |
Vertaalde werken
Clarence E. Mulford, Tex Ewalt. Uit het Amerikaansch vertaald door J.H. Akkermans. - Zeist, J.T. Swartsenburg. (264 blz.)
f 1.75; geb. f 2.50.
Clarence E. Mulford, De vallei van de Cemarron. Uit het Amerikaansch vertaald door J.H. Akkermans. - Zeist, J.T. Swartsenburg. (294 blz.)
f 1.75; geb. f 2.50.
| |
Clarence E. Mulford, De rollende steen. Uit het Amerikaansch door J.H. Akkermans. - Zeist, J.T. Swartsenburg. f 1.75; geb. f 2.50.
Deze drie romans uit Swartsenburgs Cowboyserie geven den liefhebbers van dit soort lectuur weer heel wat te smullen. Boeiende en spannende verhalen uit dat prachtige land, waar ‘mannen mannen’ zijn, en vrouwen vrouwen, om dit vooral niet te vergeten. Want de flinke onbedorven jonge meisjes uit het wilde Westen, die zonder aarzelen het pistool van de heup afschieten, spelen in deze verhalen een groote rol. Als altijd zegeviert de held in een nobel en edel pogen en worden de schurken gestraft. 't Gaat zoo nu en dan wat ruw toe, maar dat kan licht gebeuren waar mannen enz., dat is te begrijpen.
| |
Dr. R. Gichacher, Krasputin, de wonderdoener. Roman van een avonturier. - Amsterdam, N.V. Seyffarts Boek- en Muziekhandel. (234 blz.) f 1.20; geb. f 1.75.
Dit waarschijnlijk uit het Duitsch vertaalde boek is voor de liefhebbers van spannende sensatielectuur een heerlijk kluifje. Er gebeuren afschuwelijke griezeligheden en onbegrijpelijke wonderen. Krasputin is een zwak mensch, eigenlijk niet slecht, maar verblind door zijn vermeende macht over zijn medemenschen, die hun overigens wordt geïnspireerd door Ahrenberg, een gemeenen bedrieger, die den argeloozen, half gekken en geëxalteerden Krasputin exploiteert. Het doel van alles is het groote fortuin van een schattige jonge dame Inez van Hoogh, waarmee een ingewikkelde erfeniskwestie met gestorven en verdwenen familieleden is verbonden, te bemachtigen. De figuur van den waanzinnigen idealist, die door zijn liefde voor Inez tot allerlei excessen wordt gedreven en die het slachtoffer is van een schurk als Ahrenberg, is werkelijk niet onverdienstelijk geteekend. Maar dat is dan ook alle goeds dat er van dit boek te zeggen valt.
N.v.K.-B.
|
|