Van achter de schermen
I. Cor van der Lugt Melsert
HET ligt in de bedoeling van de redactie van ‘Den Gulden Winckel’ om in de volgende nummers telkens een onzer bekende tooneel-figuren aan het woord te laten komen. De serie wordt geopend met Cor van der Lugt Melsert, directeur N.V. Ver. Rotterd. - Hofstad-tooneel.
* * *
Een brief van mij; een telegram van van der Lugt. Den volgenden morgen was ik op zijn kantoor. Ik zit tegenover hem. Hem beschrijven hoef ik niet. Men kent zijn gelaat en stem; de laatste merkwaardig zacht, maàr overtuigend. Na een kort inleidend gesprek, krijgen wij het over het succes dat doorgaans buitenlandsche spelers in ons land hebben. ‘Weet u wat het is? De buitenlanders komen hier met hun glans-rollen. Zij hebben het onschatbare voordeel dat ze een ‘verstaanbare menschentaal’ spreken. Moissi, indertijd ook o.a. Kainz, halen een rol naar zich toe. Men ziet altijd weer dezelfde. Dat kunnen wij niet doen. Het zou de menschen hier, waar wij zooveel rollen per jaar spelen, op den duur gaan vervelen. In de groote steden van 't buitenland komt er genoeg publiek om dit te kunnen risqueeren.
Stel je eens voor dat wij naar 't buitenland gingen met een Hollandsch stuk, laten we zeggen iets van Frans Mijnssen! We hebben laatst wat van hem gegeven: ‘Hun eerste Thuis’; ook jaren geleden, toen ik zomers nog in den Tivoli schouwburg speelde in Rotterdam, hebben we zijn ‘Doode Man’ gebracht. Ik was er in het begin wat bang voor, vreesde dat het groote publiek het niet aanvoelen zou. Mijnssen's werk is zoo fijnzinnig en verstild. Maar goddank àlles is toch over het voetlicht gekomen. En de menschen luisterden ademloos.
Maar ik geloof toch niet dat deze ìn-Hollandsche stukken het buiten Holland doen zouden. Eigenlijk kun je dat van een stuk, ook in ons eigen land, nooit zeggen. De man die zooiets zou kunnen profeteeren moet nog gevonden worden. Ik ben nou toch al jàren lang directeur, en er zijn zoo door den loop der tijden heel wat stukken door mijn handen gegaan’, - van der Lugt wees op een respectabele stapel, die op een der stoelen lag - ‘dàt b.v. mag ik in mijn vacantie doorwerken; maar altijd verwondert het je weer, dat je er met je oordeel soms zoo vlàk naast zit. Ik heb b.v. meer dan eens ondervonden hoe een stuk, dat bij lezing door de acteurs slècht wordt gevonden, het juist bij het publiek doet. Men weet wel dikwijls dat er in bepaalde stukken elementen voor succes zitten, maar daaruit conclusies trekken, blijft risquant.
Acteur, in Holland bij uitstek, is geen gemakkelijk beroep. Je moet je er met hart en ziel op toeleggen. Ik verbaas mij er dikwijls over dat vele spelers hun werk doen met zoo weinig liefde. Ik denk dan altijd: ‘Juffrouw of meneer, u staat hier toch uit roèping, niet waar? Anders kunt u uw brood makkelijker verdienen met borden-wasschen’. Een Hollandsch acteur moet eigenlijk àlles kunnen en veel verschillende genre's spelen. Het publiek kent Parijs, Londen, Berlijn. Ze hebben daar dikwijls de stukken al gezien vòordat wij ze brengen. Ik vind het persoonlijk zèer verkeerd om als regisseur of acteur de een of andere buitenlandsche opvoering bij te wonen. Wat heb je er zelf voor innerlijke voldoening van wanneer je een rol nà-speelt? Alles zèlf creëeren!
En als je dan eindelijk de hand gelegd hebt op een stuk, dan krijg je eerst de moeilijkheden die je regisseurs- en directeursschap meebrengen.
Als men in Londen een nieuw stuk geeft, dan wordt het zoo'n zes, acht maanden achterèen gespeeld. Men kan het monteeren zooals men wil, etc. Maar wij? Wij moeten er rekening mee houden, dat de monteering zòodanig is, dat we 't morgen in Maastricht en overmorgen in Groningen kunnen spelen. Dat de changementen niet te lang duren, etc. Laatst woonde ik een opvoering bij, waarbij tusschen het eerste en tweede bedrijf 27 minuten gepauseerd werd! Er zijn duizenderlei moeilijkheden te overwinnen. Een Engelsch stuk moet men Engelsch, een Fransch Frànsch spelen. En dan de risico als directeur van een gezelschap. Wanneer een stuk vàlt! De auteur krijgt tenminste altijd nog zijn auteurs-rechten. Denk eens even, àl die repetities voor niets, allicht heb je toch zoo'n avond een f 500. - kosten, ik spreek dan nog niet eens van huur, décor, aankleeding.