Liederen en gedichten uit het Gruuthuse-handschrift. Deel 1: liederen



[pagina 378]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten 70 Adieu, mijn troost, mijn liefste reine, Van u te sceiden es mi leit! Mijn herte blijft met u ghemeine, So waer ic zi, hoet mi vergheit. 5[regelnummer] In ghere niet dan ghestadicheit. Up minen heit, mijn vruecht es cleine Als ic u niet bi mi en weit. Du best mijn liefste ende liever gheine! Adieu, mijn troost, mijn liefste reine, 10[regelnummer] Van u te sceiden es mi leit! Mijn herte blijft met u ghemeine.
[pagina 379]
Nu biddic Gode dat hi u seineGa naar voetnoot12 Vor aerch, vor al onreinicheit.Ga naar voetnoot13 Soete lieve souvereine,Ga naar voetnoot14 15[regelnummer] Ne sijt mi nummer onghereit! In ghere niet dan ghestadicheit. Adieu, mijn troost etc.	[tekstkritische noot]Rondeel. ONL I, 677. voetnoot12 seine, ‘bescherme’ (lett. ‘zegene’). voetnoot13 nl. van de zijde van de ‘niders’, de kwaadsprekers, die ‘aerch segghen’. voetnoot14 onghereit: de geliefde van wie de dichter afscheid neemt wordt lichamelijk wel degelijk onbereikbaar, ‘onghereit’, voor hem; hij moet in deze regel dus denken aan de geestelijke bereikbaarheid, de innerlijke wederzijdse trouw ondanks de uiterlijke gescheidenheid (door kloostermuren).