ondertussen, naar het voorbeeld onzer vaderen, zoals het ons belieft.
Evenmin bekommeren we ons hier om den Vlaamsen strijd, dien strijd zijn we genegen, maar we voeren hem elders.
We willen ons uitsluitend bezig houden met kunst, en niet met alle kunst, enkel en alleen met letterkundige kunst.
Hoe breed vatten we ons doel op? Anders: Wat verstaan we onder letterkundige kunst?
We verstaan daaronder:
ten eerste, scheppende kunstwerk;
ten twede, studies over scheppende kunstwerk.
Positief kunstwerk te leveren is ons voornaamste doel. We willen dat leveren onder gedaante van verzen, novellen, schetsen, toneelwerk.
Eerst in de twede plaats komt de letterkundige kritiek. Dit wil echter niet zeggen dat ze zal verwaarloosd worden. Het is niet onmogelik dat er afleveringen voorkomen waarin ze de beste en de ruimste plaats bekleedt.
Voor het een en het ander, voor het kunstwerk en de kritiek, weze 't uitdrukkelik verklaard: wij behoren tot geen school. We zijn noch ouderwets noch nieuwerwets, want niet al wat oud is, is slecht en niet al wat nieuw is, is goed. We zijn noch idealist noch realist, omdat we menen dat de echte kunst steeds geweest is een gepast mengsel van idea en res, doorzielde werkelikheid. We gaan van geen enkel stelsel uit, want alle stelsels zijn eenzijdig. We schrijven de kunst geen wetten voor, want heden of morgen staat er een genie op dat met die wetten spot en tóch meesterwerk schept. We erkennen geen ander regels dan die welke noodzakelik voortvloeien uit den eeuwigen, onveranderliken aard der dingen. We willen zijn: dienaars van het Schone, niets minder, niets meer. We willen het schone gadeslaan in zijn veelvuldige openbaringen, zonder voor- noch tegeningenomenheid; we zullen het trachten te erkennen, te bepalen en