De nieuwe Hollandsen Boots-gesel, Ofte Bataviers helden-stuk
(1704)–Anoniem Groote nieuwe Hollandsche boots-gezel– AuteursrechtvrijBehelsende de voor-naamste geschiedenisse, die in 't veroveren van de Spaense silver vloot te Vigos, en in meer andere zee en veldt-slagen is voor-gevallen: als mede verscheydene vryagie, vermakelijke kluchten, herders en matroose gezangen
Stemme: Ick zit hier op mijn Stoeltje en ick schilder, etc.Het Jaertje doen ick jonck, En nog reynen Maget was,
Doen ginck ick mijn vermeyden, Aen een groen Heyden,
De Loosen stoute Ruyter, Die volgt mijn over al na,
Hy soeckt mijn also waerlijck te verleyde.
2.
Rijd wegh rijd weg stout Ruytertje,
Rijd weg en Rijdt al uyt mijn Vaders pleyzier,
Siet dat jou Graeu Rosje mijn Lammers niet en slaet.
Of jou sal geen goed van mijn geschieden.
3.
Geschied mijn dan geen goet, Soo geschiet mijn dan groot Leet,
En al evenwel sal ick u Meysje niet verlate,
Jck wilder en ick salder mijn loose wil met jou doen,
't Spijt alle qua klappers tonge, En die ons haten.
| |
[pagina 44]
| |
4.
Wil jeyder en sal jeyder jou loosen wil met mijn doen,
En sal ick dan geen reyne Maget van u scheyde,
Soo set mijn stoute Ruyter op u schoon graeu Ros,
En Rijdt my alsoo Var aen geen groen heyden.
5.
Den Ruyter setten het Meysje op sijn graeu Ros,
Want siet de Ruyter moest sellefs voeteren,
Hoe lustigh doe het meysje haer Rosje met sporen stak,
Als 't u belieft stout Ruyter, Soo kant gy mijn volgen.
6.
Maer doe het meysje te halver wegen quam,
Haer jongste Sustertje en die quam haer tege,
Segt mijnder wel jongste Sustertje van mijn,
Waer gy dat graeuwe Rosje hebt gekregen.
7.
Sta stil mijn graeuwe Ros, Of de moort die sal jou slaen,
Wat ongeluk komt mijn Ruytertje nu tegen,
Nou spijt my geen meer als van mijn schoone graeuwe Ros,
Daer ik mijn schoonder goudt heb voor gegeven.
|
|