'Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!'
(1996)– [tijdschrift] Groot Nederland– Auteursrechtelijk beschermdBriefwisseling tussen Menno ter Braak, Frans Coenen, J. Greshoff, Van Holkema & Warendorf, H. Marsman en S. Vestdijk over de reorganisatie van het letterkundig maandschrift Groot Nederland in 1935
[pagina 46]
| |||||||
Eerste blad van J. Greshoffs brief aan Menno ter Braak over de stand van zaken in de onderhandelingen met Frans Coenen over de reorganisatie van Groot Nederland, 13 oktober 1935.
| |||||||
[pagina 47]
| |||||||
schrijven. De zaak wordt zeer vereenvoudigd doordat een fusie met Forum door Van Nijgh en Ditmar[sic] van de hand gewezen wordt. Wij hoeven er dus niet verder over te spreken, maar het geval Ter Braak kan ik niet onaangeroerd laten. Ik moet je daarbij herinneren aan onze besprekingen van twee jaar geleden, toen Forum zou verdwijnen (nu verdwijnt het definitief). Bij die gelegenheid hebben we allerlei mogelijke persoonlijkheden de revue laten passeeren en toen vond jij in overleg met mij Ter Braak de geschiktste man om de jongeren in de redactie van Groot Nederland te vertegenwoordigen. Van eenige antipathie tegen zijn persoon of werk is daarbij niet gebleken. Ik heb hem toen op jouw verzoek gevraagd redacteur te worden en dat er niets van gekomen is, was slechts te wijten aan een samenloop van omstandigheden. Wat is er in die twee jaar geschied, dat je oordeel over Ter Braak zoo radicaal gewijzigd heeft? Ik zou dat gaarne willen weten. Maar je begrijpt wel, dat ik daar niets van kon vermoeden en toen ik dus weer hoorde van Forum's verdwijnen, wendde ik mij oogenblikkelijk tot Ter Braak, daarbij geheel aansluitende aan de onderhandelingen van twee jaar geleden en in de vaste overtuiging geheel in jouw geest te handelen. Van een soort complot met Ter Braak is geen sprake en ik heb het je kwalijk genomen, dat je daar in je brief op zinspeelde. Ik wendde mij tot Ter Braak, omdat hij de eenige man was waarvan ik wist, dat jij hem gaarne in de redactie zoudt hebben. Van een complot was zoo weinig sprake, dat ik bij Ter Braak de allergrootste tegenstand heb moeten overwinnen en dat hij zich tenslotte alleen beschikbaar heeft gesteld, omdat hij zich door zijn toezegging van twee jaar geleden min of meer gebonden achtte en uit sympathie voor ons. Ik ben van meening, precies als twee jaar geleden, dat Ter Braak nog immer de aangewezen man is als redacteur van G.N.: 1o door zijn talent, 2o door zijn positie en 3o door zijn karakter. Hij is absoluut loyaal en ondanks ietwat bruuske manieren, zeer hartelijk en kameraadschappelijk. Aangezien jij echter plotseling iets tegen hem hebt gekregen en hijzelf voorloopig liefst buiten alle redacties blijft, zal ik niet verder aandringen, maar ik blijf het betreuren dat wij op deze wijze de meest geschikte man zouden laten voorbijgaan. Jij komt nu met Vestdijk. Ofschoon ik mij met hem gebrouilleerd heb, ben ik bereid, om jou een | |||||||
[pagina 48]
| |||||||
genoegen te doen, mij weer met hem te verzoenen. Hij heeft zeker veel kwaliteiten, maar hij mist ten eenenmale Ter Braak's karaktervastheid en hij is lang niet zoo geschikt in den omgang, hetgeen toch ook wel iets waard is voor een samenwerking. Ik verzet mij, wanneer jij volhardt bij je veto over Ter Braak, niet tegen Vestdijk, maar dan vind ik Marsman toch geschikter. Als romancier haalt hij niet bij Vestdijk, maar hij is toch een litteraire figuur van beteekenis en hij is buitengewoon aangenaam in den omgang. Geheel en al buiten alle persoonlijke overwegingen om en met de hand op het hart, uitsluitend rekening houdend met de huidige en toekomstige belangen van Groot Nederland, kom ik tot de volgende voordracht:
Wanneer je Ter Braak verwerpt, is het toch dunkt mij niet te veel gevergd, dat je na het gebeurde van twee jaar geleden, je ommekeer motiveert. Verder zijn we het, geloof ik, in hoofdzaken geheel eens. Ik voor mij blijf er bij, dat ik liever een vijfhoofdige redactie zou zien, maar het is toch geen principieele kwestie en ik ga dus gaarne met je mee. Met Jan van Nijlen, die al weken te bed ligt en nog zal liggen, bespreek ik de kwestie wel wanneer ik jouw standpunt nauwkeurig ken. De diplomaten, die als beginsel hebben alle zaken langzaam af te wikkelen, zijn nog zoo dom niet, want als men de boel laat bezinken, verliezen alle kwesties hun scherpte en hun persoonlijke kant. We zullen het dus ongetwijfeld eens worden op deze wijze, maar ik kan je niet ontveinzen, dat ik toch nog niet heb kunnen heen stappen over wat mij in jouw brief zoo pijnlijk trof: een wantrouwen, dat door niets gemotiveerd is. De zaak is doodeenvoudig. De toestand zooals hij is, bevalt mij niet meer, ten rechte of ten onrechte, daarover valt niet te discussieeren, het feit ligt daar. Wat stond mij dus te doen? Twee dingen: a) het bijltje erbij neergooien, b) een poging tot verandering wagen. Ik koos b. Aangezien ik niet in de ruimte wou praten, maar met een bepaald plan voor den dag komen, vatte ik de onderhandelingen van twee jaar geleden op. Dit alles lijkt mij natuurlijk en normaal en ik kan maar niet inzien wat jou daarin aanleiding heeft gegeven aan een soort complot te denken. Wanneer er tusschen redacteuren van een tijdschrift | |||||||
[pagina 49]
| |||||||
onderling wantrouwen heerscht, lijkt mij een prettige samenwerking toch heel moeilijk. Ik hoop, beste Frans, dat deze brief alle misverstanden uit den weg ruimt. Wat mijn komst betreft, dit. Ik moet half October naar Parijs en kom pas aan het eind van de maand terug. Ik kan dan niet dadelijk weer naar Holland toe. Het wordt dus ongeveer half November. Wordt dat niet erg laat om voor het komende jaar alles weer op pooten te zetten? Misschien zou ik beter doen om voor mijn vertrek naar Parijs te gaan praten. Antwoord mij dus op je gemak uitvoerig en precies op deze brief. Ik kan dan naar Holland komen en eerst met jou praten en daarna één van het drietal polsen of eerst een van hen polsen en daarna met jou praten, net wat je wilt. Ik zou zoo graag van Groot Nederland, dat, nu Forum weg is, het eenige litteraire maandblad is - De Stem niet meegeteld - iets goeds maken. |
|