De grappige muyzeval
(ca. 1815)–Anoniem grappige muyzeval, De– Auteursrechtvrij
[pagina 25]
| |
Op een aangename Wys.1.
Ik kwam 'er laast gaan het Voorhout in.
Daar vond 'k een mooi meisje na myn zin,
Ik sprak haar aan met zoete reden,
Of zy met my ter wandel wou treden,
Ik sprak haar aan met goed fatzoen,
Of zy met my een wandeltje wou doen.
2.
Zy sprak Jonkman ik ben wel te vree,
Alwaar gy gaat daar gaan ik mee,
Toen zyn wy wat zoetjes gaan praten,
Zeer wel te vree al door de lange straten,
Zy sloeg daar de handen in malkaer,
Om een flesje te kopen, 't zy hier of daar.
3.
Zy kwame voor een Waardinnetje haar huis,
Zonder te maken een groot gedruis,
Zy klopte daar al aan de deure,
De Waardinne die kwam zelver veure,
De Waardin die sprak na onze zin,
Zy zei Jonkman komt 'er maar in.
4.
Deze Waardin die voerde haar reen,
Was met dit paar zeer wel te vreen,
Sprak ik heb Kamertjes na de mode,
Zo wel van agteren als van voren,
Ik heb nog Kamertjes voor 't gezigt,
Zo wel in den donker als voor 't ligt.
| |
[pagina 26]
| |
5.
Het meisje dat zei tapt ons een flesje wyn,
Maar het moet van de alderbeste zyn,
Zy hadden pas een flesje gedronken,
Het eene was niet leeg, of 't ander ingeschonken
Zy hadden pas een flesje gedaan,
Zy kregen in haar hoofd, zo dat ze moesten gaan.
6.
Zy spraken tot malkaêr laat ons gaan,
Want wy hebben nu met drinken gedaan,
Zy lieten daar de Waerdin toen halen,
Zy vroegen hoeveel dat zy moesten betalen,
De Waardin sprak met een zoet geluid,
Zes-en-dertig stuivers en een dubbeltje Beschuit.
7.
Zy haalden daar haar Geldbeurs uit,
Zy maakten samen uit elf stuivers en een duit
De rest zullen wy wel komen betalen,
Als wy weer een flesje komen halen,
Gelooft ons maar op 't woord van eer,
Misschien komen wy dan morgen wel weer.
8.
De Waardin die wier zo boos en kwaat,
En zei wat letme of ik gooi je op straat,
Gy zult eerst uw Gelag betalen,
Of de Duivel die zal u halen,
Of anders dan moeten uw Rokken maar uit,
Een schop voor uw gat en de deur dan maar uit.
| |
[pagina 27]
| |
9.
Oorlof Jonkmans tot een besluit:
Als gy gaat met een Meisje uit,
Wilt uw zak voorzien met schyven.
Dan hoeft gy geen kaale neet te blyven,
Anders moet 'er jou Rokje maar uit,
Voor zes-en-dertig stuivers en een dubbeltje Beschuit.
|
|