Het godshuis van Sint-Jan & Sint-Pauwel te Gent, bijgenaamd de Leugemeete

Oorkonden

2.

1637. - De weldaden van het godtshuys

‘Ees mael⁽¹⁾ te Bamesse, een hondert houdtmussaerden;

te Bamesse, dry guldens;

te Alderheylycghen, hootyghelt⁽²⁾, vif groote;

S. Andries, boonghelt,...XV groote;

S. Tomaesdach, een widtenbroot van een groote, in de kercke van Eeckerghem;

op den Kershavent, inde kercke van het groot bagynnoof, een vif groote penninck;

noch te Kersdach, den 26 van december, 7 schellingen en 6 groote, en hootygheld, vif groote;

noch den weede Kersdach, op S. Jandach, een groote;

op den Derthienhavent, vif stuyvers hussepotghelt, ende vif groote hootyghelt, maeckt same XV groote;

S. Pauwels bekeeringe dach, een wittebroot van een grootjen;

te Veestehaven, III maselle⁽³⁾;

(1) De spelling in dit stuk is doorgaans gebrekkig. Men leze hier: Eerstmael.

(2) Hoogtijdgeld, bijzondere jonst die op de Hoogtijden of bijzonderste feestdagen uitgedeeld wierd.

(3) Mastellen, soort van koekebroodje.

[p. 115]

Den 26 maerte, 7 schellinge en 6 groote;

Op den Witten Donderdach, wynghelt, dry stuyvers;

Noch den selven dach, hootyghelt, vif groote;

Noch te Paesschen, vyftich mussaerden en zesken;

In de Crusdaghen, XV groote;

S. Jandach, 7 schellinge en 6 groote;

Te Sincxendach, hootygeelt, vif groote;

Te Kerremesse, twee waeffele en dry stuyvers, en haelfblancke keerremisse geelt;

Bloomghelt, Aelfhooest, 9 stuyvers;

En hootyghelt, vif groote, ten Half Houst.’

Oorspronkelijk stuk op papier. (Stadsarchief van Gent, doos: S. Jan en S. Pauwel).