De Gids. Almanak voor Suriname 1938

Rij- en voertuigenbelasting.

a. Voor elk tweewielig motorrij- of voertuig zonder zijspan- of aanhangwagen	f 20.-
idem met zijspan- of aanhangwagen los of vast	f 30.-
b. Voor elk Inotorrij- of voertuig op meer dan 2 wielen, ingericht voor 7 personen, bestuurder inbegrepen	f 50.-
idem ingericht voor meer dan 7, doch niet minder dan 12 pers., best. inbegr.	f 70.-
idem als autobus voor 12 of meer pers. den bestuurder inbegrepen	f 100.-
ingericht voor goederenvervoer bij een laad-vermogen van meer dan 500, doch niet meer dan 1000 K.G.	f 90.-
welke bedragen met 20 ten honderd verhoogd worden, indien het voertuig niet of niet uitsluitend voorzien is van luchtbanden;
c. voor elk ander 2- of 3-wielig rij- of voertuig, niet begrepen onder a. en b.	f 5.50

[p. 119]

d. voor elk ander rij- of voertuig op meer dan 3 wielen, niet vallende onder b

f 16.50

In het voorgaande wordt (worden) verstaan onder a. motor rij- of voertuigen:

‘alle rij- of voertuigen bestemd om uitsluitend of mede door een krachtwertuig, op of aan het rij- of voertuig zelf aanwezig, anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen;

b. autobus:

‘de motorrij- of voertuigen, bestemd om al dan niet tegen betaling, langs een bepaalden weg de personen, die zich daartoe aanmelden te vervoeren, onverschillig of het vervoer al dan niet aan eenige voorwaarde of van de inachtneming van eenigen vorm afhankelijk is gesteld’.

Voor rij- of voertuigen waarmede in eenig jaar na 30 Juni voor de eerste maal de openbare weg wordt bereden, is voor dat jaar de halve belastingsam verschuldigd.

Verkoop, overdracht of verlies van een rij- of voertuig in den loop van een jaar geeft geen aanspraak op geheele of gedeeltelijke restitutie van betaalde belasting.

Tot het in werking brengen van een openbaar middel tot vervoer van personen of goederen te land wordt vooraf-afgaande schriftelijke vergunning van den Gouverneur gevorderd.

Voor het besturen van een motorrijwiel moet men den leeftijd van 16, en voor het besturen van andere motorrijtuigen, van 18 jaren bereikt hebben.

Het kenteeken moet bevestigd zijn dat het in het geheel zichtbaar is t.w.:

voor rijwielen en tweewielige motorrijwielen met of zonder voorspan of achterbak: ter linkerzijde aan of ter hoogte van de as van het voorwiel;

voor twee- en driewielige karren en wagens ter linkerzijde van - en vóór het voorwiel ter hoogte van de bevestiging van de trekreep aan de kar of wagen;

voor vierwielige wagens of rijtuigen: ter linkerzijde en vóór of boven het voorwiel van het rij- of voertuig;

voor drie- en vierwielige automobielen, motorvracht-

[p. 120]

wagens, trucs en tractors: ter linkerzijde van het rij- of voertuig, waartoe rechtstandige bevestiging op de bumper wordt aanbevolen. Het oude kenteeken mag er niet aan gelaten worden.

Elke andere wijze van bevestiging geldt als overtreding.