De Gids. Almanak voor Suriname 1936

Landbouwprofstation.

Mededeelingen.

Lelydorp. Voornamelijk de Javanen oefenen den tabakscultuur uit.

[p. 202]

Zanderij. Onder toezicht van den Opzichter staan de proefvelden van cassave en obé.

Saramaccadistrict. 2 K.M. vóór het station Groningen wordt bereikt, bevindt zich de citruskweekerij, waar, eveneens plantje tegen betaling verkrijgbaar zijn.

Voorts zou kunnen melding gemaakt worden van de verschillende verordeningen en besluiten, die speciale aangelegenheden, het Landbouwproefstation betreffende, regelen. Bijvoorbeeld:

I. de Verordening van 14 Januari 1932 tot verbetering van de kwaliteit van voor uitvoer bestemde rijst (G.B. No. 6).

II. het Besluit van 17 Februari 1932 tot vaststelling van het model van 't certificaat van keuring en van de regelen voor het nemen en keuren van monsters van voor uitvoer bestemde gepelde rijst (G.B. No.20). zooals dit Besluit gewijzigd is bij G.B. 1932 No. 115 en 1933 No. 35.

III. de Verordening van 28 September 1928 houdende bepalingen aangaande den invoer van planten, plantendeelen en plantenpakmateriaal. besmet of verdacht van besmetting en voor den landbouw gevaarlijke parasieten of ziektekiemen (G.B. 1929 No. 31).

Betaaddagen.

Uitbetaling van pensioenen en onderstanden, bezoldigingen en wachtgelden.

Pensioenen en onderstanden van hen, die aan het eind der maand ontvangen:

Vrouwen van burgerambtenaren en Militairen 2 dagen voor den laatsten kantoordag der maand.

Pensioenen van Burgerambtenaren en Militairen: 2 dagen voor den laatsten kantoordag der maand.

Bezoldigingen van Ambtenaren: 1 dag voor den laatsten kantoordag der maand.

Wachtgelden op den laatsten kantoord. der maand.

Pensioenen van Weduwen en Burgerambtenaren en Militairen: pensioenen en gagementen van Burgerambtenaren en Militairen: op den 1en kantoordag van iedere maand, van 9.30 uur tot 12,30 uu r.

[p. 203]

Zij, die niet op de vastgestelde tijden zijn verschenen, worden niet vöór den 2en kantoordag der maand uitbetaald.

Zij, die bij het begin der maand aanspraak maken op de uitbetaaldagen van het salaris, worden vóór of op den 3en kantoordag van iedere maand uitbetaald.

Pensioenen. (Uittreksel van G.B. 1933 No. 52).

Berekening van het pensioen.

Het pensioen bedraagt voor de ambtenaren:

1. die bij den leeftijd van 55 jaren en een diensttijd van 25 jaren, aanspraak op pensioen verkrijgen, bij een diensttijd van 25 jaren en een grondslag van:

f 500- en daarbeneden	50%
f 501- tot 600-	49%

voor elke f 100- daarboven 1% minder, tot f 1400- en hooger, 40%;

met dien verstande evenwel dat het pensioen voor een hoogeren grondslag nimmer minder zij dan het hoogere bij een lageren grondslag.

Aan pensioen wordt nimmer een hooger bedrag dan f 4500- per jaar toegekend.

Bedrag van het weduwen en weezenpensioen.

Het weduwenpensioen bedraagt de helft van het pensioen van den ambtenaar of van den gepensionneerd ambtenaar, met dien verstande dat het niet minder zal bedragen dan de helft van het pensioen berekend naar een diensttijd van 15 jaren, terwijl het jaarlijksch bedrag daarvan niet boven f 1500- mag stijgen.

Het weezenpensioen bedraagt:

a. voor halve weezen, dat zijn kinderen wier moeder ook recht op pensioen heeft, van het pensioen der weduwe als hierboven vastgesteld: 30 pct voor 1 kind, 45 pct voor 2 kinderen, 60 pct voor 3 kinderen, 70 pct voor 4 kinderen en 75 pct voor 5 of meer kinderen;

[p. 204]

b. voor volle weezen, waaronder ook worden verstaan de kinderen van overleden vrouwelijke ambtenaren, van het weduwenpensioen als hierboven vastgesteld: 40 pct voor 1 kind, 70 pct voor 2 kinderen, 100 pct voor 3 kinderen, 110 pct voor 4 kinderen en 115 pct voor 5 of meer kinderen;

met dien verstande dat het jaarlijksch bedrag van 't weezenpensioen, onder a bedoeld, ntet boven f 900- en dat onder b, niet boven f 1500- mag stijgen.

Indien de ouders beide ambtenaar waren, wordt aan de kinderen 't hoogste van de pensioenen toegekend.

Het gezamenlijk bedrag aan weduwen- en weezenpensioen of aan weezenpensioen mag het pensioenbedrag van den ambtenaar zelve niet overtreffen en evenmin het maximum-pensioenbedrag van f 4500 -overschrijden.