1. | In het 3e en 43e artikel van de Instructie van Abraham Crijnasen, vastgesteld in het Hof van Zeeland te Middelburg op 23 December 1666, alsmede uit de Secrete Notulen van de Ed. Mog. Heeren Staten van Zeeland van 4 December 1666 blijkt dat de expeditie van Crijnssen een represaille maatregel was. |
| |
2. | Het plan tot een strooptocht in de West-Indiën werd ontvouwd in een schrijven van 6 Mei 1666 door den Raadpensionaris van Zeeland, Pieter Huybert, aan De Witt.
De overige admiraliteiten weigerden aan den tocht deel te nemen, doch de admiraliteit van Zeeland zette die energieke pogingen in het geheim op touw gezet, door, |
| |
3. | Op 30 December 1666 zeilde Crijnssen heimelijk uit Veere met de ‘Zeelandia’ (met 34 stukken en 150 koppen) als vlaggeschip de ‘West Cappel’ en de ‘Zeeridder’ van gelijk charter, het jacht ‘Prins te Paert’, de hoekerboot ‘Westersouburgh’, de fluit ‘Aardenburg’ als victualieschip en een snauw als adviesvaartuig. |
| |
4. | De bemanning op de geheele vloot bedroeg ongeveer 8 à 900 man, waarvan 225 soldaten van de landmilitie met 2 Kapiteins (Maurice de Rraem en Philip Julius Lichtenbergh) 2 luitenants, 3 vendrigs en 2 commandeurs (asp. vendrigs). |
| |
5. | De overdracht der geheele kolonie had plaats bij tractaat van 6 Maart 1667 (Nieu we Stijl) en werd geteekend op het schip ‘Zeelandia’ door Abraham Crijnssen en William Byam. |
| |
6. | De plantages van Lord Willoughby of Parham, den eigenaar der kolonie persoonlijk toebehoorend, ‘Parham Hill’ geheeten in de oplantse divisie en een kleinere in de devisie van Surino, werden verbeurd verklaard, alsmede die zijner landgenooten, die in het moederland woonden en ze door admiuistrateurs lieten beheeren. |
| |
7. | De brandschatting door Crijnssen aan de inwoners opgelegd bedroeg 100000 pond surker, gelijk staande aan een waarde van omstreeks 10000 gulden. |