rieuze, oudere literair criticus, die bij voorkeur verkeert met Heidegger en Carl Schmitt.
Een verteller, luidt dan al snel de banvloek. Een lager soort. Vaklui die een verhaal kunnen vertellen, maar niks te vertellen hebben. In de voorbeschouwing van de Libris Literatuurprijs 2011 waarvoor Bonita Avenue genomineerd was, oordeelde NRC Handelsblad: geen literatuur, maar een themaloze vertelling, want: ‘inhoudelijk zo over de top, dat het nergens meer op slaat’.
Welnee. ‘Alles kwam altijd door jaloezie’ lijkt me toch echt de kernzin in deze roman, waarin seksuele jaloezie, lafhartigheid en maskerade nogal wat personages gijzelen in hun streven om te worden wie ze willen zijn. Dat Rothiaans drama zit in Bonita Avenue, zoals de tot immense academische roem gestegen wedstrijdjudoka Siem zo'n typisch Rothiaans selfmade karakter is, dat zijn nederige verleden de rest van zijn leven laat verkloten. Hubris bestraft, ik zei het eerder al.
Er is meer te zeggen voor Buwalda's roman. Goede literatuur slaagt er altijd in ontreddering, onbehagen, vertwijfeling, pijn, worsteling en verval te tonen, bitter zoals die kan zijn, zonder de verzachtende coating van het sprookje. Dat geldt zeker voor Bonita Avenue, aan feelgood doet hij niet.
Bij hiërarchische uitspraken over de literatuur galmt altijd de stem van de verzonken schrijver en mulischiaanse denker Wessel te Gussinklo in m'n hoofd. Compositie is het hoogste, weet hij. Ik heb dat nooit weersproken, tot dusver, omdat zijn stelling een prettig alternatief is voor de lustig doorgekwekte opvatting dat ‘de stijl’ het belangrijkst is. Natuurlijk, mooie zinnen, het juiste woord op de juiste plaats, ritme en klank dragen sterk bij tot de fysieke huivering bij een trefzeker geschreven tekst. Zo kan ik doorgaan, over het belang van een verhaal dat ertoe doet, de kracht van een origineel idee, en meer.
Maar zonder onvergetelijke personages gaat het niet - dat is het hoogste. Dat is wat mij betreft de grootste kracht van Bonita Avenue. Het zou mij niet verbazen als de populariteit van al die dvd-series, van The Sopranos, The West Wing, The Wire, noem ze maar op, drijft op één allesbepalend verlangen van de kijker: de ander tot in de haarvezel, het bloedvat en de geringste zenuwtrek te leren kennen. Niet zozeer, zoals de waarde van fictie doorgaans wordt uitgedrukt, om een parallel leven te kunnen leiden. Juist in onze veranderlijke tijd zonder al te veel bakens is de kans in het werkelijke leven klein op zo'n persoonlijke, op maat gesneden kennismaking met de ander. Daar ligt de kans voor de trage klok die literatuur heet, een kunstvorm die daarnaast nog zoveel meer te bieden heeft dan dvd-series.
Blijft de vraag: wat maakt personages onvergetelijk? De Oud-