De Gids. Jaargang 174(2011)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 527] [p. 527] Mischa Andriessen Lessen I Gebruik volgens voorschrift het hoofd als roer, zink, kom boven, ga ginds bij het einde linksaf, ergens ver weg liggen de straten aan je voeten - doorweekt, verkleefd, maar je kent de stad zinkt, komt boven, enzovoort. Ja, je ziet het nu. De instructeur heeft krulspelden in giet koffie bij de planten slaat de handen voor de mond. ‘Is het daar?’ je stem door het open bovenraam. Een richting wordt je aangeduid de hond tot kalmte gemaand. Daar - niemand is er voor je. Het hoofd stil, het lijf stil, Je bent een man? Droom dan van steen zeker niet van water overwin de gewoonte te verklaren, hou afstand tot de oever en ga. [pagina 528] [p. 528] II Een aalscholver op een lantarenpaal vleugels gespreid - je kunt niet verder eer je droog bent, ook dat is evolutie. Zink weg, draai om de as, kom boven drijf stil als steen aan het dier voorbij peddels als een dwarslat op de kajak zijn de heupen wat te stijf dan zink je zijn ze te los sla je zonder meer om draai je je wezenloos tot je bovenkomt dus het hoofd stil, stil het lijf, de straat staat blank om een reden, daar moet je zijn, werkelijk niets valt daarover te zeggen; ga zonder omzien en sla louter wegen in of wacht op droogte. [pagina 529] [p. 529] III Het had niet zomaar geregend je armen spraken visserslatijn en nog was het maar klein bier bij het water dat je droomde. Je wist er is een weg terug, maar ten leste bewees je daarmee toch niets? Leger, stiller konden hoofd en lijf niet zijn. Je nam je kleren in ontvangst leverde de wedstrijdnummers in, leende een pen, droogde je handen, maande jezelf tot kalmte, kruiste in de enquête telkens tevreden aan. Zo ging je met je insigne en herinneringen naar huis, draalde op het tuinpad totdat iemand het zag. ‘Je bent toch niet gegroeid?’ ‘Nee, ik loop nu rechtop.’ Ze lonkte, het was zo lang terug dat het leek of die uitdrukking in je opgegraven werd. Vorige Volgende