De Gids. Jaargang 174(2011)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 458] [p. 458] Robert Anker Z. T. ‘Het waren gelukkige jaren’ las ik op de Nieuwe Ooster Op een grafsteen en ik schoot vol gave onbeholpenheid Om dat leven van ons. Het was een zonnige dag, een briesje Bewoog door de takken, vogels zongen in de bomen, niets Aan de hand dus. Twee centimeter verder, in de jaren vijftig Snijdt mijn vader in de vroege ochtend tegen zijn borst Het brood en ziet een heldere dag vol werk, mijn moeder Gooit de ramen open, zingt: meiregen maak dat ik groei! Ik stop een woordenboek in het leven: 37°, alles normaal. [pagina 459] [p. 459] Vreemde gast We namen ons voor om naar buiten te gaan Maar we waren al buiten. We zagen ons al Als waren wij het zelf in een doelloos café maar We sloegen een hoek om. We moesten wel volgen We hoopten ineens op een wonder van inzicht: De vreemde gast in ons lichaam door daden Onthuld. Maar hij kocht sigaretten - voor ons? Maar wij rookten niet meer. Wij lieten hem staan Bij ons volle verstand namen wij het café, doe Maar thee, riepen wij maar er stond al jenever. We bleven alleen met elkaar en we zwegen. Vorige Volgende