De Gids. Jaargang 172(2009)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 991] [p. 991] Han van der Vegt Een hogere grond Gebrek aan ruimte op de grond dreef ons de hoogte in. Langs de rand van hun gebied kochten wij percelen op. Misschien deden ongeruste geruchten de ronde toen onze heipalen aankwamen. We weten het niet. We spreken hun taal niet. Hoe hoger de steigers reikten, hoe diffuser hun schaduw. Toen zij ons niet meer konden horen bouwen, verloren ze alle belangstelling en lieten ons over aan wat zij als waanzin zagen, totdat wij onze zuilen open lieten scharnieren en ze de waaiers in hun toppen lieten ontvouwen tot een plateau dat zich uitstrekte over heel hun land. We stortten het vol met grond en plantten er onze bomen, legden er voorzieningen aan en richtten steden op. We stichtten een tweede woonlaag boven de hunne op zo'n hoogte dat de zon bij ochtend en bij avond nog aanzienlijke stroken van hun grond kon bestrijken. Ondank begroette het vruchtbare afval dat wij door gaten in de bodem op hen lieten neerregenen. maar ze beseften dat ze niets tegen ons konden doen. Schade aan het plateau zou hen harder raken dan ons. Een enkeling begon aan de beklimming van een zuil. Hij snoerde er een riem omheen en werkte zich omhoog. Via de camera's hielden wij zijn prestaties bij. Meestal kwam hij niet verder dan een paar honderd meter maar het is al een paar keer gebeurd dat wij wekenlang met stijgend medeleven hebben zitten toekijken totdat hij dan toch, van uitputting of door een misgreep, vlak voor het bereiken van zijn doel zijn houvast los moest laten en zich weer bij zijn eigen soort voegde. Als een van hen erin zou slagen de rand van het plateau te ronden [pagina 992] [p. 992] dan zouden wij hem - want wie met zo'n wilskracht en taaiheid de grond heeft verloochend om maar hogerop te komen die moet wel een van ons zijn - met gejuich verwelkomen. [pagina 993] [p. 993] Een aantasting van de ruimte Een troebele vlek op de röntgenfoto van het heelal op een voor andersoortige waarnemingen lege plek die onbeweeglijk bleef hangen op zijn coördinaten zodat, na uitsluiting van verdere mogelijkheden, slechts een enkele onwaarschijnlijke conclusie restte: een chronische ontsteking van het tijd-ruimteweefsel zelf op een locatie die, zo bleek uit de berekeningen, de aarde met enkele jaren zou moeten passeren. Hoewel over de gevolgen voor het menselijk leven grote onenigheid heerste onder de wetenschappers was men het erover eens dat die rampzalig zouden zijn. Verminking van materie, kortsluiting in het tijdsbesef, verwarring en splijting van genetisch materiaal, tot en met verstrengeling met andere universa. Voor wanhopige stappen met onvoorspelbare uitkomst liet de tijd een smalle kier vrij. Helden moesten gevonden die hun uitzichtloze leven veil hadden voor de toekomst. Wij lieten ons vinden. Wij gingen scheep in dezelfde maand Zonder avontuur doorkruisten we de jaren van verveling. We hoefden de fonkelende snoeren chaosbelletjes die naar alle kanten door de zweer werden afgescheiden maar te volgen om in de buurt van ons reisdoel uit te komen. Onder onze schijnwerpers lichtte de zwelling roze op. De uitgedijde dimensies bolden over elkaar heen. We draaiden een omzichtige baan door het web dat zich spon van willekeur en droes, rond de geïnfecteerde zone. De chirurgische laserstraal die ons als peillood diende legde zich in grillige kronkels, kwam uit waar hij inging en tekende zelfs af en toe een brandspoor op onze ruit. Eensklaps, waar het toen we net nog keken ondoordringbaar zwart was staarde ons een groot, lidloos oog aan met wijdopen pupil die schichtig heen en weer stuiterde op zoek naar zijn onschuld. De laserstraal raakte hem in het midden. Hij trok samen en sloot zich voor ons af. Het oog liet zich willoos wegbranden. Terwijl het schip zich achterwaarts van de plek verwijderde zagen wij de plooien in de ruimte zich al gladtrekken. [pagina 994] [p. 994] De hand van de Man van Grauballe in het Mosegaard Museum, Denemarken Vorige Volgende