Medewerkers aan dit nummer
pieter r. adriaens is postdoctoraal onderzoeker van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen en werkt aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte in Leuven. Hij is de auteur van Het nut van waanzin: Essays over darwinisme en psychiatrie (2008), en publiceerde eerder al over depressie, schizofrenie en homoseksualiteit. Momenteel werkt hij aan een boek over filosofie en evolutiepsychiatrie, voor Oxford University Press, en aan een themanummer over de geschiedenis van de evolutiepsychiatrie, voor het tijdschrift History of Psychiatry.
chris buskes (1961) studeerde filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In 1998 promoveerde hij aldaar op het proefschrift The Genealogy of Knowledge, een onderzoek naar de kennistheoretische implicaties van de evolutietheorie. Sindsdien is hij aan de Nijmeegse universiteit verbonden als docent wetenschapsfilosofie. Voor Evolutionair denken. De invloed van Darwin op ons wereldbeeld ontving Buskes in 2007 de Socrates Wisselbeker. Het boek is in meerdere talen vertaald. In februari 2009 verscheen In Darwins woorden, een inleiding tot het leven, werk en denken van Darwin aan de hand van citaten uit zijn oeuvre (met Ranne Hovius en Griet Vandermassen).
sean b. carroll werkt als onderzoeker aan het Howard Hughes Medical Institute en is hoogleraar in de genetica aan de universiteit van Wisconsin-Madison. Hij is de schrijver van het meeslepende Endless Forms Most Beautiful: The New Science of Evo Devo (2005) en The Making of the Fittest: dna and the Ultimate Forensic Record of Evolution (2006).
tijs goldschmidt (1953), bioloog en schrijver, publiceerde onder andere Darwins hofvijver. Een drama in het Victoriameer (1994), het essay De andere linkerkant. Links en rechts in de evolutie (2003), de bundel Oversprongen. Beschouwingen over natuur en cultuur (2000), Kloten van de engel. Beschouwingen over de natuurlijkheid van cultuur (2007) en de Huizingalezing 2007 Doen alsof je doet alsof. Goldschmidt is adviseur aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten.
maarten 't hart (1944) studeerde biologie aan de Leidse universiteit van 1962 tot 1968. Vanaf 1970 tot 1987 was hij als etholoog verbonden aan het Zoologisch Laboratorium te Leiden. In 1978 promoveerde hij op het doorkruipgedrag van de driedoornige stekelbaars. In 1971 debuteerde hij als romanschrijver met Stenen voor een ransuil. Sindsdien zijn een veertigtal boeken, romans, essays en verhalenbundels verschenen.
d. hillenius (1927-1987) was bioloog en promoveerde op een proefschrift over kameleons. Hij was verbonden aan het Zoologisch Museum van de Universiteit van Amsterdam en schreef essays, reisverhalen en gedichten. Hij publiceerde regelmatig in Hollands Weekblad/Maandblad, Tirade en Vrij Nederland. Zijn werk kenmerkt zich door een vermenging van literatuur en wetenschap. Titels van zijn hand zijn onder andere Tegen het vegetarisme (1961), Sprekend een dier (1974), De hand van de slordige tuinman (1996), Verzamelde gedichten (postuum, 1991) en Ademgaten (postuum, 2009), gedichten en essays over dieren geselecteerd door Tijs Goldschmidt.
eva jablonka is hoogleraar aan het Cohn Institute for the History and Philosophy of Science and Ideas van de universiteit van Tel Aviv. Samen met Marion J. Lamb schreef ze Epigenetic Inheritance and Evolution (1995) en Evolution in Four Dimensions: Genetic, Epigenetic, Behavioral, and Symbolic Variation in the History of Life (2006).
peter van lier (1960) publiceerde een filosofisch essay, een roman in dichtvorm en vier poëziebundels, waarvan de laatste in 2007 verscheen onder de titel Zes wenken voor muggen aan de deur. Recent verschenen bibliofiel bij Druksel in Gent de gedichtenreeks Bodemsanering, in samenwerking met beeldend kunstenaar Machteld van Buren, en Een microspoor in de poëzie, een essay over de poëzie van Gerard Reve.
lynn margulis is Distinguished University Professor aan de faculteit Aardwetenschappen (Geosciences) van de universiteit van Massachusetts-Amherst en schrijver van boeken als Symbiotic Planet, What is Life (met haar zoon Dorion Sagan) en Acquiring Genomes. Ze is een van de grootste biologen van onze tijd en werd beroemd met haar inmiddels algemeen aanvaarde theorie van ‘symbiogenese’.