Gidsfossiel
Vloeibaar Helium
De redactie, De Gids 1908/III
Zijn de (ook voor het publiek toegankelijke) zittingen van de Koninlijke Akademie van Wetenschappen te Amsterdam op den laatsten Zaterdag van elke maand niet altijd even belangwekkend, zelfs niet voor de tot die vergadering bijeengekomen leden, toch maken af en toe enkele vergaderingen daarop eene uitzondering. Toen Hugo de Vries in 1884 en '88 de beteekenis van de isotonische coëfficiënten uiteenzette, en later, toen hij in 1901 over het ontstaan van nieuwe soorten van planten sprak; toen J.C. Kapteyn de pluraliteit van het universum bewees en Lorentz electriciteit en gravitatie in nader verband tot elkander trachtte te brengen, was er ademlooze stilte en voelden de aanwezigen dat zij een van die momenten mede doorleefden, waarop een nieuw gezichtspunt aan de menschheid geopend wordt. Belangrijke ontdekkingen op het gebied der abstracte wetenschap zijn allerminst dadelijk gemeen goed en ook voor de ingewijden verraadt hare stralende nieuwheid tegelijkertijd het bestaan van tal van andere, nog onopgeloste problemen. Toch wordt op die oogenblikken de eindeloosheid van het onbekende telkens weder hoopvol verlicht door de vreugde over het wederom bereikte.
En wij mogen er ons over verheugen dat de Nederlandsche wetenschap in de laatste dertig jaren meer dan het haar percentsgewijs toekomend aandeel in het vooruit brengen van de natuurkundige wetenschappen gehad heeft, dank zij de werkzaamheid van een trits begaafde landgenooten als de hierboven genoemde, waarbij ook de namen van Donders, Van der Waals, Zeeman en Beyerinck niet mogen vergeten worden.
Nog onlangs, op den laatsten Zaterdag van februari, was wederom soortgelijk moment van lichtpunt van de zitting. Prof. Kamerlingh Onnes, de schepper van het kryogene laboratorium te Leiden, deelde