zins ouderwetse grafstuk werden we ons meer dan ooit pijnlijk bewust van de werkelijkheid. We reden door naar Machelen, waar we omstreeks drie uur aankwamen.
Het was somber, bewolkt en onrustig weer. Omdat we niet waren uitgenodigd besloten we buiten de kerk te wachten. We gingen in de beschutting van de oude rood bakstenen kerkmuur staan.
De kerk was rond halfeen al vol geweest en Belgische en Nederlandse bewonderaars van Gerard, onder wie opvallend veel jonge mannen en vrouwen, stonden samen met ons buiten. Sommigen kwamen ons een hand geven. Veel van de aanwezigen hadden een van de bekende boeken bij zich. Er waren diverse fotografen en pers, radio en televisie uit België en Nederland. Omdat we tijdens de dienst de enige bezienswaardigheid buiten de kerk waren kwamen de fotografen de een na de ander foto's van ons maken, zodra er een ontdekt had wie we waren. Intussen hoorden we gejuich van opgewonden jongensstemmen in de buurt. De zaterdagse wedstrijd op het nabijgelegen voetbalveld. Het leven ging door.
Een politieman informeerde naar onze relatie tot de overledene. Het bleek dat de ‘familie’ uitdrukkelijk de wens te kennen had gegeven de overledene in besloten kring ter aarde te bestellen. De andere belangstellenden, onder wie wij, moesten afscheid nemen bij het kruisbeeld op het kerkhof en mochten daar de bloemen neerleggen. Na de dienst kwam eerst een zilveren lijkauto met grote lantarens voorbij, bedoeld voor alle bloemen. Er waren echter weinig bloemen ondanks Gerard zijn enorme bekendheid en populariteit. Die auto deed ons denken aan de ‘Korthals 13 en 14’ uit Lijmen van Willem Elsschot.
Daarachter kwam de automobiel met de kist, gevolgd door genodigden en de overige kerkgangers.
Niemand was blijkbaar op het idee gekomen de kist te dragen of te laten dragen.
Hoe was het mogelijk dat zo veel vrienden en bekenden niet verschenen waren? Natuurlijk waren velen zelf al dood: ‘Wimie’, ‘Londense Vriend P.’, doopvader Lambert Simon, dichter Nico V., pastoor Jan H., Ernst Jan Engels, ‘Maman’, Simon en Tiny Carmiggelt, ‘de Zusjes M. te G.’, lijfarts Jan G. en de uitgevers Geert van Oorschot en Johan Polak.
Maar waar waren de ‘Dichteres H.M.’, de Tapdanseres ‘Joosje B.’, ‘de jonge Indische Nederlander R.’, ‘Kandidaat Katholiek A.’, het ‘Loodgietend Prijsdier M.’, ‘Beschermer Q.’, ‘Bullie van der K.’, ‘Goeroe Peter B.’, Jürgen en Gaabi H., regisseur Hans K., Nieuwe Verloofde ‘Jakhals’, ‘Mijn Zoon R.’, Jan D., Fridjof L., Frits B., Marina H. en al