Medewerkers aan dit nummer
georges adé (1936), doctor in de Franse linguïstiek (Sorbonne, 1971), hoogleraar K.V. Hogeschool voor Vertalers en Tolken, Antwerpen. Vertaler, hoofdzakelijk van theater, onder andere Hippolutos van Euripides. Auteur van onder meer De Grote Boodschap (proza, 1977), Huis der liefde (roman, 1982) en Uit het schrijfboek van een japneus (kritieken, 1988).
g. van benthem van den bergh (1933). Wetenschappelijk hoofdmedewerker aan het Institute of Social Studies te Den Haag. Redacteur van De Gids sinds 1968. Hij promoveerde in 1988 op The Taming of The Great Powers. Nuclear Weapons and Global Integration. Sinds begin 1989 is hij als bijzonder hoogleraar verbonden aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam.
willem brakman (1922). Zijn laatst verschenen boeken zijn Pop op de bank, een autobiografie (1989) en Van de in hogere kringen verliefde (roman, 1990). In maart aanstaande verschijnt de roman Inferno en later in dit jaar nog de novelle De heiligverklaring.
d. frenkel is werkzaam als groepsleider computerfysica op het fom Instituut voor Atoom en Molecuulfysica te Amsterdam. Daarnaast is hij als hoogleraar computersimulatiekunde verbonden aan de faculteit scheikunde van de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij begon zijn opleiding als experimenteel fysisch chemicus aan de Universiteit van Amsterdam. Daar raakte hij in toenemende mate gefascineerd door de computer als onderzoeksinstrument. Gewone computerspelletjes vindt hij saai.
leo herberghs (1924), publiceerde een tiental dichtbundels. In 1989 verscheen het episch-lyrisch gedicht ‘Avond’ en in 1990 ‘Ochtend’, in telkens 84 kwatrijnen en met hetzelfde rijmschema en hetzelfde aantal lettergrepen. De cyclus wordt voltooid met de gedichten ‘Middag’ en ‘Nacht’.
herman de lange (1941), wetenschappelijk medewerker aan het Polemologisch Instituut van de Rijksuniversiteit te Groningen. Hij promoveerde op De bewapeningswedloop tussen de Verenigde Staten en de Sovjetunie 1945-1980 (1982). Hij is bijzonder hoogleraar vredesvraagstukken aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Meest recente publikatie: Kwetsbaarheid en vrede, Amsterdam 1988 (oratie).
max niematz (1942), studeerde Engelse en Oudgermaanse taal en letteren aan de Universiteit van Amsterdam. Publiceerde in De Tweede Ronde, Dietsche Warande & Belfort, Hollands Maandblad en Nieuw Wereld Tijdschrift. Hij debuteerde in 1987 met de dichtbundel De bestijging van Popoque, welke in 1988 werd gevolgd door Een wonder van Morpheus.
peter nijmeijer (1947), dichter en vertaler. Hij publiceerde in 1983 De sprong. Schrijft onder andere poëziekritieken voor de Volkskrant.
j.w. nobel (1933) studeerde rechten en is thans verbonden als universitair docent aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Hij heeft zich beziggehouden met de geschiedenis van de Koude Oorlog en met theoretische studies op het gebied van de internationale betrekkingen. Hij promoveerde op het proefschrift De utopie van het realisme, de machtstheorie van Hans J. Morgenthau en de kritiek op het Amerikaanse beleid in de koude oorlog (1985).
maarten steenmeijer (1954) is docent Spaanse taalen letterkunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Zijn meest recente publikaties zijn De Spaanse en Spaans-Amerikaanse literatuur in Nederland 1946-1985 (1989) en Spaanse literatuur van de twintigste eeuw (1989). Momenteel werkt hij o.a. aan de vertaling van La Regenta van Clarpin.
fleur thomése (1964) studeerde psychologie en sociaal-culturele wetenschappen. Haar wetenschappelijke arbeid omvat wisselende combinaties van ouderen, sociale relaties en maatschappelijke ontwikkelingen. Zij publiceerde onder meer in Plan, Psychologie en Maatschappij, Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie en Vrij Nederland.
boris todoroff (1958), classicus. Vertaalde rechtstreeks uit de taal van de Aymara-Indianen in Bolivië een bundel dierenverhalen: Wrikte hem uit het ijs los en verscheurde het lijk (1990). Hij debuteert dit jaar met de verhalenbundel Isis.