De Gids. Jaargang 152(1989)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Leo Herberghs Meester der koude vlakten al dat vallen, moet dat dan eeuwig, dat dansen van de getallen, kwartslag en rondgang langs vallende inhammen en gangen, langs instortende regenslag, pad na pad is ingevallen. des nachts rijden de karren. hoe smal is het land, hoe groot het lang welven van nacht, zwart van steenslag, stenen gladheid waarover dood dwars ligt herfst is het in mijn gebergte. achter de heg ligt mijn sterfjaar, zomer komt om in gras en denkbaar is dat het paard wenend zijn hoofd omkeert voordat het stalwaarts gaat wat dichtbij was is verder weg en dat wat het luidst werd geloofd heeft wangen van dood en as toch is wat ik heb gezegd door wind nagezegd [pagina 42] [p. 42] spreek toch niet meer! bezweken ben ik al eerder, een niets doet mij wenen, onuitsprekelijk verlies ik mij in de weelde van dit suizen van bladeren in deze hof van de wereld kleur mij met zwarte kleuren! laat een laatste glinstering verschijnen. heden ben ik verdwenen het is vol koren hier, het is gelegd tot het uiterste. geen weg of hij is luisterrijk en geel en door wind verder verteld, die mij hier zwoegend vindt, het pad langs, en nooit wil ik uit de wereld weg al moet ik mij krom lopen. met vingers vol overleg buig ik de zon om mijn nek, uitgestrekt onder de horizon, lopend uit mijn armoede weg, uit mijn knechtschap [pagina 43] [p. 43] de handen voor zijn gezicht wacht de steen op het laatste gericht voordat de zon als as over de wereld stuift en de grond zich opent als een groot gat waarin hij neervalt en splijt en als een zwart ei breekt en eindelijk god zich bevrijdt uit zijn buik als uit zijn dood en de aarde opnieuw begint suizend de ruimte door met stenen en schelpen en wind achter de schaduw van de steen ligt een krekel, een verschrompelde, zijn stem in elkaar gekrompen en zijn ledematen verdord eens wordt ook de steen stof die eenmaal het zingen hoorde van de krekel. de aarde was jong en het leven onuitsprekelijk vervallen raakt beider graf de dood wordt in dood gesmoord diep zwijgen verschijnt, ongehoord rollen de werelden voort Vorige Volgende