Verloren paradijs.
Door Hans Sleutelaar
Wie op een doordeweekse dag Amersfoort nadert, kan bij gunstige wind Java van verre ruiken. Ter hoogte van Baam raakt de reiziger verzeild in een wolk van Oosterse aroma's.
De ondoorgrondelijke geur van sambal oelek, ketjap, ketoembar, voert hem mee naar de ongehaaste dagen van weleer, toen Djakarta nog gewoon Batavia was, een riksja een cent kostte, en de toean nog in ere werd gehouden.
Lang duren deze overpeinzingen niet, want al gauw passeren we het bedrijf, dat de zinsbegoocheling veroorzaakt. Een bovenmenselijk silhouet van een inlandse vrouw, roerend in een vijzel, beheerst de fabrieksgevel.
Zij belichaamt de geneugten van de Indische rijsttafel. Maar tegelijkertijd is zij een van stille kracht vervulde wraakgodin.
Haar donkere gestalte, opdoemend uit een helgeel fond, symboliseert de ondergang van een wereldrijk waaraan wij, de nazaten, voornamelijk culinaire herinneringen bewaren.
Het verleden van een volk leeft voort in zijn handelsmerken. En ontegenzeggelijk doet het ons wat, het tempo-doeloe-plaatje op dat pakje shag; we zien een glimp van het verloren paradijs, waar Javaanse jongens het leven veraangenaamden terwijl de Hollander fortuin maakte.
Met de gedachte dat Willem III overzee schatten vergaarde in de handel, bereiken we Apeldoom. Daar, in de bossen rond paleis Het Loo, liet Neerlands laatste koning een eeuw geleden Fort Java opwerpen, ons reisdoel.
Trouw woonde hij, die zich tot zijn spijt als militair nooit had kunnen ontplooien, er de oefeningen bij van de Koninklijke Scherpschutters van de Veluwe. Hier bulderde de oude vorst, verlicht heerser over veertig miljoen onderdanen, zijn bevelen.
We openen het wildhek en betreden de kroondomeinen. Onder een grijze hemel, waaruit een motregentje valt, volgen we het bospad naar Fort Java. Lezer, mijd die plek! Er wacht u slechts teleurstelling.
Op de open ruimte tussen de sparren, omzoomd door de overblijfselen van wat ooit fiere wallen waren, is thans een picknickplaats ingericht.
Een ruwhouten eethoek biedt uitzicht op een vuilnisemmer. Sinaasappelschillen kleuren de historische grond...
Gelukkig de reiziger, die op een doordeweekse dag Amersfoort nadert. Hij kan, bij gunstige wind, Java van verre ruiken.
Dit is 'n Verhaal van de Maand. Een verhaal zoals u dat best zelf eens zou willen schrijven. Wacht dan niet langer - maar zet uw ‘Dromen over Java’ maar eens op papier.
Maak dat verhaal ongeveer even lang als dat hierboven. En stuur het vóór 1 november 1980 naar: Koninklijke Bedrijven Theodorus Niemeyer B.V., afd. Javaanse Jongens, Postbus 480, 9700 AL Groningen.
Alle verhalen worden eigendom van Theodorus Niemeyer B.V.. Iedere inzender ontvangt op zijn minst het nieuwe pakje Javaanse Jongens. Vindt de deskundige jury uw verhaal goed, dan ontvangt u bovendien f 250,-.
Wordt uw verhaal uitstekend bevonden, dan verschijnt het als ‘Verhaal van de Maand’ in een van de volgende Javaanse Jongenspublikaties. En ontvangt u een extra honorarium van f 500,-. Wij wensen u veel succes.