[Commentaar]
Nu ik dit schrijf (op vrijdagmorgen 12 april) is het nog niet zeker of Rudi Dutschke in leven zal blijven en of hij, als hij het haalt, nog volledig zal kunnen herstellen. Ook de identiteit van de dader is nog niet bekend gemaakt - het zal wel een geestelijk gestoorde zijn. Maar één ding is zeker, en dat is wie voor deze moordaanslag verantwoordelijk gesteld moeten worden. Voorop de Springerpers, die onophoudelijk en systematisch zijn lezers tegen de protesterende studenten in het algemeen en tegen Dutschke in het bijzonder heeft opgehitst. Maar ook de Berlijnse overheid onder leiding van de sociaal-democraat Schütz draagt een zware verantwoordelijkheid: tijdens de door haar georganiseerde pro-Amerikaanse betoging werd al geschreeuwd dat Dutschke gelyncht moest worden en werd als voorproefje al een student die op Dutschke leek afgeranseld en ternauwernood door de politie ontzet.
Zoals in de dertiger jaren de ‘linkse terreur’ als voorwendsel diende voor de activiteiten van de knokploegen van de Nazi's, zo wordt nu steeds maar weer geschreven dat de studenten gewelddadig zouden zijn. Als er geweld tegen hen wordt gebruikt zouden ze dat dus aan zichzelf te danken hebben. Dat soort geschrijf is niet beperkt tot de Springerpers. Op 11 april werd de aanslag tegen Dutschke gepleegd. Op 11 april publiceert Het Parool - de aanslag was toen nog niet bekend - een lang artikel van de grote liberale filosoof Salvador de Madariaga getiteld ‘Met Geweld naar Macht’. Een paar citaten: ‘hoe verschillend het motief voor de onrust ook is, het geweld is altijd hetzelfde. Het mag gaan over hervorming van de universiteit of tegen discriminatie van rassen ... al deze bewegingen zijn gewelddadig.’ Dat bleek volgens de Madariaga duidelijk bij de jongste aanvallen op de Amerikaanse ambassade in Londen ‘waarvan het ware karakter is onthuld door het feit dat vele “demonstranten” gewapend waren met bussen peper, potten verf en andere wapens die men gemeenlijk niet in verband brengt met vreemdzame bedoelingen.’ Geweld: bussen peper, potten verf en andere levensgevaarlijke ‘wapens’. Martin Luther King, Benno Ohnesorg, Rudi Dutschke, de doden in de Amerikaanse negergetto's: natuurlijk, daar gingen toch al die moorden en aanslagen op professoren, racisten en reactionairen aan vooraf?
Naschrift 1 mei: De aanvallen van de studenten op de gebouwen van Springer zijn begrijpelijk, maar waren vanuit tactisch oogpunt onverstandig. Nu is het nog gemakkelijker om hen het voorstaan van het gebruik van geweld in de schoenen te schuiven. Het Parool schreef dan ook op 26 april een hoofdartikel waarin eerst Springers kranten werden verdedigd (zonder te vermelden dat Erich Kuby en Sebastian Haffner bij Die Welt zijn weggegaan om de nationalistische propaganda die deze ‘uitstekende ... goed geschreven krant’ over zijn lezers uitstort), en vervolgens de studenten werden aangevallen omdat ze antidemocratisch zouden zijn, want zouden ‘speculeren op de ongelukken die uit hun eigen activiteiten voortvloeien’ en zouden ‘koketteren’ met de ‘terreur’. Het Parool zet ‘terreur’ tussen aanhalingstekens om te suggereren dat de studenten zelf dat begrip zouden gebruiken om de activiteiten die zij voorstaan aan te duiden. Henri ‘Caesar’ Sandberg? -(vdB) |
|