schriften en op de t.v. hebben kunnen zien en horen, dat Nasser en Sjoekeiri Israël met ‘destruction’ bedreigden, dat Sjoekeiri er zelfs een derde wereldoorlog voor overhad, wordt van Israël geëist dat het rustig zal afwachten tot zijn vijanden de eerste mep zullen geven.
Misschien waren ze daarbij de woorden indachtig van een beroemde Franse generaal ten aanzien van de Maginot-linie:
‘Dit zou ertoe leiden, dat de passiviteit het beginsel zelf van onze nationale defensie zou worden. Het zou aan onze vijand volledig initiatief verlenen.... We moeten ons voorzien van een militair instrument, dat preventief en repressief werkt.
‘Op deze wijze zou een gewapende natie moeten wachten achter een barrière in zijn schuilplaats.... Een dergelijke opvatting van oorlog komt neer op een soort dieet.’ (Charles de Gaulle, Mémoires, I)
Daar in Israël het hele volk gemobiliseerd is, zou een langdurige mobilisatie het hele volksbestaan ontwrichten. Nasser wist dat Israël dit onmogelijk kon opbrengen en heeft zich in de militaire kracht van Israël verrekend.
Daar het Joodse volk altijd met twee maten gemeten wordt (het mag geen eigen land met een eigen onverdeelde hoofdstad hebben, het mag om de Arabieren niet te prikkelen niet te rijk worden, zoals bij voorbeeld sommige oliesjeiks), wordt het eigenlijk als geniepig beschouwd dat het zich op een overval heeft voorbereid. Wel hadden de Egyptenaren al een postzegel klaar met Israël in vlammen en gaven de Syriërs al platen uit met de Israëli's in de zee gedreven, maar Israël werd in het geheim bewapend (!), wat toch veel slechter is.
Er zijn echter wel degelijk officiële cijfers van de Amerikaanse militaire hulp aan Israël en de Arabische landen gedurende de laatste tien jaar. Die bedroeg aan Israël 30 miljoen dollar, aan de Arabische landen 300 miljoen dollar (Newsweek, juni 1967).
Maar ook al zou Israël militair sterker zijn dan de Arabieren, dan bevat dit geen enkel argument over de oorsprong der agressie, te meer, als waar is dat de Arabieren zich hier vergisten en op een gemakkelijke zege rekenden (‘... waarschijnlijk had Nasser gelijk, toen hij op 9 juni zeide dat de Israëli's over drie maal zoveel vliegtuigen beschikten als hem bekend was’).
De waarheid is echter, dat Israël niet door materieel overwicht, maar door moreel evenwicht gewonnen heeft. Jonge piloten van achtien tot eenentwintig jaar stegen acht maal achter elkaar op en namen ieder risico om het land te verdedigen. En in het leger was overal het oude ‘Voorwaarts!’ vervangen door ‘Volg mij!’, zodat de officieren en onderofficieren het grootste risico namen, wat de soldaten en jongeren met groot vertrouwen vervulde. Vandaar het woord van generaal Rabin en van de legerrabbijn Goren: ‘We hebben gewonnen door de geest van onze manschappen.’ Van zeer bevoegde zijde is mij meegedeeld, dat de oorlog geen drie weken had moeten duren! Kan men dan nog spreken van een militair overwicht?
Ik durf niet meer plaats te vragen van de redactie en moet mij dus hier beperken. Op eenenveertig plaatsen meen ik echter dat Constandre zich tendentieus, onjuist of subjectief onvolledig heeft uitgedrukt, en ik ben graag bereid dit - waar hij maar wil - aan te tonen.
De grondfout van zijn gedachte schuilt in het feit, dat hij niet voldoende ernst maakt met de emancipatie van het Joodse volk, zoals hij wèl doet met de emancipatie der gekleurde en koloniale volken. Vandaar zijn aprioristische keus voor Nasser en tegen Israël. Misschien mag ik hem herinneren aan de woorden van een modern staatsman:
‘Dit verklaart de wens van de Joden een land te stichten dat van hen is. Het zou daarom onrechtvaardig zijn als men geen rekening hield met dit legitieme streven en de realisering ervan aan het Joodse volk verbood.’ (Minister Gromyko in de Verenigde Naties, in 1947)
Arabische staatslieden - zoals Bustani en Bourguiba - hebben herhaaldelijk gewaarschuwd, dat de Arabieren door hun fanatisme zelf hun noodlot scheppen. Vooral het lijden der Palestijnse vluchtelingen wordt telkens propagandistisch misbruikt. Ralph Galloway, voormalig hoofd van de UNRWA in Jordanië, verklaarde op 18 augustus 1958 in The New York Herald Tribune:
‘De Arabische staten willen het vluchtelingenprobleem niet oplossen. Zij willen het houden