De Gids. Jaargang 122(1959)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 233] [p. 233] Michel van der Plas Gras Eén gedicht zonder hem. Gras. Buigzaam groen voor blote voeten. Lopend pas verzinnen wat ze daar in de middag komen doen. Lachen van koelte, een toverkring beginnen. Ieder maar van een pad, een muur, een boom verbannen naar een vreemde wereld: morgen. Gras hebben, eindeloos, een vlakke stroom, einderloos, en de zomer laten zorgen. Nee, toch één boom vinden, van vruchten zwaar, het goud dat geen verlangen kon betalen; en nu niet plukken, nu niet plukken, maar eronder liggen, enkel ademhalen in de gestolten tijd, wetend naar wie; sprakeloos van de oude harmonie. Vorige Volgende