Aan dit nummer werkten o.m. mede:
herman van den bergh. (Zie het januari-nummer). De dichter ontving op 8 maart j.l. de Bijenkorf-literatuurprijs voor zijn gehele oeuvre.
alfred kossmann. (Zie het februari-nummer).
e. krispyn. Geb. 1930. Werd in 1949 door een rotterdams handelskantoor uitgezonden naar Thailand; in 1950 overgeplaatst naar Java. Vestigde zich in 1951 in Australië. Studeerde aan de universiteit van Melbourne, waar hij in 1956 de graad van Bachelor of Arts in de germaanse talen behaalde. Reist nu met toelage van de universiteit door Europa voor verdere studie. Zijn opstel in dit nummer behelst een gedeelte van de resultaten van een studie over de vroegere gedichten van Herman van den Bergh, die de schrijver, onder leiding van dr. J. Smit en met steun van de universiteit van Melbourne, ondernomen heeft om te kwalificeren voor de graad van Master of Arts.
a. marja. (Zie het januari-nummer).
a. roland holst. Geb. 1888. Publiceerde in 1948-'49 zijn Verzamelde Werken (4 dln.). Was van 1920 tot 1934 redacteur van De Gids. Zijn oeuvre werd in 1948 bekroond met de Constantijn Huygensprijs; in 1956 ontving hij de P.C. Hooftprijs.
gabriël smit. Geb. 1910. Chef kunstredactie ‘De Volkskrant’. Redacteur van 'Roeping'. Publiceerde o.m. de dichtbundels Spiegelbeeld (1946), Fragment (1948), Ternauwernood (1952), Geboorte (1954) en Ik geloof (1957). Schreef een groot aantal lekespelen en gaf in 1954 een volledige berijming van de Psalmen uit.
leo vroman. (Zie het februari-nummer).